e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gewricht vouwen: vaən (Zonhoven), werven: [sic]  weͅrəvə (Zonhoven) gewricht [ZND 01 (1922)] || hoe heet het gewricht van een lidmaat, d.i. de plaats waar de beenderen van armen of benen met elkaar verbonden zijn ? [ZND 24 (1937)] III-1-1
gezelschap compagnie (fr.): kompanie (Zonhoven) de persoon of personen waarmee men samen is [komplot, kompagnie] [N 87 (1981)] III-3-1
gezicht gezicht: gəzext (Zonhoven), moͅtech chəzecht (Zonhoven) hij heeft een flets gezicht (bleekgeel, ziekelijk) [ZND 23 (1937)] || viel hij maar eens op zijn gezicht [ZND 08 (1925)] III-1-1
gezicht (spotnamen) bakkes: bakəs (Zonhoven), muil: moul (Zonhoven), snuit: lang snowət (Zonhoven), spitsmoel: spitsmoel (Zonhoven), vieze smoel: vieze smoel (Zonhoven) bakkes [ZND 01 (1922)] || muil (M.) [ZND 01 (1922)] || Snuit. Een lange snuit. [ZND 07 (1924)] || Spotbenamingen voor het gezicht [N 109 (2001)] III-1-1
gezin eigen volk: ee.ge vó.llek (Zonhoven), huishouden: hoashagen (Zonhoven), huishouden (Zonhoven), ??  hóó.ës(h)aa.ge (Zonhoven) eigen gezin, - familie || huwelijk || man, vrouw en kinderen bij elkaar, het gezin [volk, huishouden, kot] [N 115 (2003)], [N 87 (1981)] III-2-2
gezond gezond zijn: gezond (Zonhoven) Gezond (zijn): niet ziek (gezond, goed, uver, gaaf, krek). [N 107 (2001)] III-1-2
gezongen mis gezongen mis: gezonge més (Zonhoven), gezōngen møs (Zonhoven) Een mis met liturgische gezangen. [N 96B (1989)] III-3-3
gezouten haring pekelharing: pīē.kelhië.ring (Zonhoven) pekelharing III-2-3
gezusters gezusters: gezö.sters (Zonhoven) gezusters III-2-2
gezwad, regel gemaaid gras gezwad: gǝzwǭt (Zonhoven  [(betekent ook 'zwad')]  ) De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.] I-3