e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
god de vader god de vader: God de Voader (Zonhoven) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godsdienstonderricht op zondag catechismusles: catekiesmesles (Zonhoven) Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: de godslamp (Zonhoven), godslampje: godslempke (Zonhoven) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
goed groeiend varken zich goed schikken: (ene die) zexui̯ sxekt (Zonhoven) [N 76, 17; JG 1a] I-12
goed luisteren goed luisteren: gu lə:stərn (Zonhoven) goed luisteren [ZND 30 (1939)] III-1-1
goed passen goed zitten: gōt zetǝ (Zonhoven) Goed zitten of passen, gezegd van een kledingstuk. [N 62, 26a; MW] II-7
goede kamer, ontvangkamer goede plak: gui̯ plak (Zonhoven), salon: selón (Zonhoven), ook gezegd: veurplák, zitplák, goej plák  seló (Zonhoven), voorplak: Voorplaats  veu.rplák (Zonhoven), zitplak: zetplak (Zonhoven) fraai gemeubelde kamer || salon || voorkamer III-2-1
goede vrijdag goede vrijdag: goeie vrijdag (Zonhoven) De vrijdag in de week vóór Pasen, Goede vrijdag [Kaarvriediech]. [N 96C (1989)] III-3-3
goede week goede week: goei weèk (Zonhoven) De week vóór Pasen [gooj week, kaarwèch]. [N 96C (1989)] III-3-3
goedheid goedheid: ook materiaal znd 24, 20  guthɛt (Zonhoven), goedigheid: gŏĕtəchət (Zonhoven) goedheid [ZND 01 (1922)] || goedigheid III-1-4