e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
in een beek baden baden: en ən bēk bājə (Zonhoven), änən bēk bājə (Zonhoven) In een beek baden. [ZND 33 (1940)] III-3-2
in lompen gekleed armzalig: ermzoalig gekliet (Zonhoven), schamel: schamel (Zonhoven) In lompen gekleed [haveloos, schab(be)tig, schamel, lommelig] [N 114 (2002)] || in lompen gekleed [haveloos, schabullig, schamel] [N 86 (1981)] III-1-3
in ondertrouw gaan ondertrouw: ondertrouw (Zonhoven), ó.nnertrou (Zonhoven), trouw aangeven: trouw aangèven (Zonhoven) aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaan-de echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 115 (2003)] || aangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand, waarbij de aanstaande echtgenoten elkaar verklaren dat zij met elkaar een huwelijk willen aangaan; in ondertrouw gaan [verscholen, ondertrouwen, ondertrouw doen, aantekenen] [N 87 (1981)] || ondertrouw III-2-2
in verwachting zijn groot gaan: groet gòò.ën (Zonhoven), in positie: én pezīē.ëse (Zonhoven), in verwachting: in verwaochting (Zonhoven), èn verwóchting (Zonhoven), thuiskomen met een pakje: ongewild zwanger  thuis komen met een pékske (Zonhoven), vol: vó.l (Zonhoven) ongewild zwanger zijn || zwanger || zwanger (plat) || zwanger zijn || Zwanger zijn: een kind dragen, zwanger zijn (staan, met een dik lijf lopen, inkopen, groot gaan, geladen). [N 115 (2003)] III-2-2
in voorraad staan: staan (Zonhoven) in voorraad zijn [staan, voorradig zijn] [N 89 (1982)] III-3-1
indigestie (hebben) indigestie: indigiste (Zonhoven) Indigestie: storing van de spijsvertering als gevolg van overlading van de maag, te snel eten (overetendheid, indigestie, maag van streek, muik). [N 107 (2001)] III-1-2
ingenieur ingenieur: enzǝnjø̄r (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Maurits]) De algemene benaming voor ingenieur. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden lopen nogal uiteen. [N 95, 139; N 95, add.; monogr.] II-5
ingewanden ingewand: d`ingəwānt (Zonhoven), ingewanden: muk v. een dier  ɛngəwaṇ (Zonhoven) de ingewanden [ZND 01u (1924)] || ingewanden [ZND 01 (1922)] III-1-1
ingewanden van geslacht vee ingewanden: ęjngǝwūnt (Zonhoven), ęngǝwan (Zonhoven), mook: muk (Zonhoven) Ingewanden van geslacht vee. Ook de algemene benamingen voor "ingewanden van vee" zijn hier opgenomen. [N 28, 58; N 28, 88; L 1a-m; L 1u, 106; Veldeke 26, 23; monogr.] II-1
ingezouten gezouten: gǝzātǝn (Zonhoven), xǝzātn (Zonhoven), ingezouten: ngǝzaǝtǝn (Zonhoven), ágǝzǫtǝ (Zonhoven), ēǝngǝzātǝn (Zonhoven), ęǝzātn (Zonhoven) Dit lemma sluit volledig aan bij het lemma ''het vlees conserveren''. In de Leuvense vragenlijsten 1a-m en 27 werd naar het begrip "ingezouten" gevraagd. Deze twee vragen worden hier als apart lemma gehonoreerd. [L 1a-m; L 27, 40; Veldeke 22, 67] II-1