19679 |
asbak |
lade:
laoëj (Q001p Zonhoven)
|
asbak onder in de kachel
III-2-1
|
32672 |
asblok |
asblok:
as˱blǫk (Q001p Zonhoven),
lade:
lāi̯ (Q001p Zonhoven),
lǭi̯ (Q001p Zonhoven),
lade van de as:
lǭi̯ van das (Q001p Zonhoven)
|
Houten blok met aan de onderzijde een gleuf waarin de metalen as bevestigd wordt, ter versteviging van de as. Zie verder ook WLD I.1 voor het asblok van de ploeg. [N 17, 40 + 44j + 50b + 51; N G, 48a; JG 1a; JG 1b; JG 1c; JG 2b; monogr.]
I-13
|
30553 |
asfaltpapier |
tarpapier:
tārpapīr (Q001p Zonhoven)
|
Poreus bordpapier, gedrenkt in asfalt of zware teeroliën. Asfaltpapier wordt gebruikt als isolatiemateriaal tegen vocht maar ook als dakbedekking. 'Lodorite' is een asfaltbitumen juteweefsel dat als afdichtingsmateriaal in stroken wordt verwerkt. [N 31, 36b; N 64, 155b; monogr.]
II-9
|
23780 |
askruisje |
assekruisje:
assekreuske (Q001p Zonhoven)
|
Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
33277 |
asperge |
asperge:
ǝspɛrǝ (Q001p Zonhoven),
Fra. asperge, < Lat. asparagus
aspérzje (Q001p Zonhoven),
asperre:
aspérre (Q001p Zonhoven)
|
Asparagus officinalis L. Een tot 2 meter hoge plant met naaldvormige takjes en rode bessen, die op zandgronden groeit en om de jonge, ondergrondse spruiten als groente wordt geteeld in aspergebedden. [N Q, 7; monogr.] || asperge
I-5, I-7
|
23603 |
asperges me |
asperges:
Asperges (Q001p Zonhoven)
|
Het gezang dat voorafgaand aan de hoogmis gezongen wordt onder de besprenkeling met wijwater: "Asperges me...."of "Vidi aquam...."(in de Paastijd). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32227 |
asstroppen |
asbanden:
a.s˱bãn (Q001p Zonhoven)
|
De metalen beugels die dienen om de metalen karas in het houten asblok vast te houden. Zie ook afb. 195. Er bestaan verschillende uitvoeringen van de asstroppen. Meestal is het een soort beugel met aan beide einden schroefdraad waarop met twee moeren een sluitstuk wordt vastgezet. Soms bestaan de asstroppen echter ook uit twee ijzeren plaatjes, één boven en één onder het asblok, die worden verbonden door twee bouten waarop twee moeren worden gedraaid (Goossens, pag. 18). [N G, 48b; JG, 1a]
II-12
|
20008 |
aster (aster sinensis) |
franse zonnetjes:
\'zonnekens\' zal wel te maken hebben met de stralende bloemhoofdjes, en \'Franse\' met het feit dat de plant werd ingevoerd. Zij komt oorspr. uit China en Japan: z. L.J. p. 13
fra.nse zónnekes (Q001p Zonhoven),
zonnetjes:
zonnetjes (Q001p Zonhoven)
|
aster || Franse zonnekens, aster
III-2-1
|
22897 |
aswoensdag |
asgoensdag:
asxonzda͂ch (Q001p Zonhoven),
asxoͅnzdoch (Q001p Zonhoven),
aswoensdag:
aswoensdag (Q001p Zonhoven)
|
Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)] || Aswoensdag. [ZND 01 (1922)], [ZND 19A (1936)]
III-3-3
|
21904 |
atelier |
atelier (fr.):
atelier (Q001p Zonhoven)
|
de ruimte, ingericht om er te werken met gereedschappen en/of machines [atelier, werkplaats] [N 89 (1982)]
III-3-1
|