e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jaloers jaloers: zjelōē.ërs (Zonhoven), zjálōē.ërs (Zonhoven), zjálôers (Zonhoven), ook materiaal znd 27, 44  šalūrs (Zonhoven), zalúərs (Zonhoven), zjalūrs (Zonhoven), žalūrs (Zonhoven) jaloers [ZND 01 (1922)] III-1-4
jam confituur: kónfetūūër (Zonhoven), Fr. confiture  kómfetūūër (Zonhoven), gelei: gelei (Zonhoven) confituur || jam; Hoe noemt U: Gelei van met suiker gekookte, fijngemaakte vruchten, om op de boterham te smeren (jam, confiture) [N 80 (1980)] III-2-3
jammer jammer: jòòëmer (Zonhoven) jammer, spijtig III-1-4
janken janken: janken (Zonhoven) Hoe noemt u een klagelijk hoog geluid voortbrengen, maar minder luid dan bij 018c (jonkelen, janken, kajiten, kajankelen, jammen) [N 83 (1981)] III-2-1
jarig zijn verjaren: verjaren (Zonhoven, ... ), [sic: verj\\rn?]  vərɛərn (Zonhoven), Hië ès vandaoch verjòòërt: Hij is jarig vandaag.  verjòòëre (Zonhoven), Zelden.  vərjoərn (Zonhoven) I. Verjaren: Jarig zijn. || II. Verjaren: Jarig zijn. || Verjaren. || zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren] [N 112 (2006)] || Zijn geboortedag herdenken [jarig zijn, bejaren, verjaren]. [N 88 (1982)] III-3-2
jarretelle jarretelle (fr.): Fr. jarretelle.  zjártél, zjertél (Zonhoven) jarretelle: kousenband, kousophouder III-1-3
jas jasje: jɛskǝ (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Laura, Julia]) Jas die de mijnwerker als bovenkleding draagt. Het "putjasje" dat men in L 417 kent, heeft twee binnenzakken: één voor het eten en één voor de mijnlamp. [N 95, 64; Vwo 139] II-5
jas: algemeen jas: hije ès vaoder zenne jas en moeder heur gèljd, vaoder z⁄n kou en vaoder zennen hond (Zonhoven), hije ès vaojer zenne jas en moeder heur gèljd; vaojer z⁄n kou en vaojer zennen hond (Zonhoven), hije ès vaor zenne jas en moeder heur gèljd, vaor z⁄n kou en vaor zennen hond (Zonhoven), jas (Zonhoven, ... ), jas, 2 jès (Zonhoven), jás (Zonhoven) jas [ZND 01 (1922)], [ZND 06 (1924)] || Jas. Hier is vader zn jas en moeder haar geld... [ZND 44 (1946)] || jas: damesjasje III-1-3
jasschort mantelvoordoek: ss. sub mantel.  ma.ntelvu.rreng (Zonhoven) #NAME? III-1-3
jenever brandewijn: brannewijn (Zonhoven), brannewèən (Zonhoven), bránəwɛ.jən (Zonhoven), duivelsnat: dy(3)̄vəsnāot (Zonhoven), jenever: jenever (Zonhoven), sjenever (Zonhoven), zjeneeëvel (Zonhoven), zjeneeëver (Zonhoven), žəneəvəl (Zonhoven) jenever [ZND 01u (1924)] III-2-3