e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kampen kabelen: B.v. in schramke schieten: de personen die op de brog lagen of op gelijke afstand ervan verwijderd, schieten opnieuw.  kābəln (Zonhoven), Nl. kavel deel, perceel, lot: mnl. cavel(e), M.E. cavel, Du. Kabel, on. kafl stokje gebruikt om te loten, en mnl. cabelen, cavelen loten.  kao.bele (Zonhoven), kavelen: kavelen (Zonhoven), Nl. kavel deel, perceel, lot: mnl. cavel(e), M.E. cavel, Du. Kabel, on. kafl stokje gebruikt om te loten, en mnl. cabelen, cavelen loten.  kao.vele (Zonhoven) *Kabelen: Herkansen, spel hernemen om de winnaar te kennen na gelijke stand. || *Kabelen: Herkansen. || Uitmaken wie de winnaar is bij gelijke stand [kamp, kavalen, kanteren]. [N 88 (1982)] III-3-2
kanaal kanaal: a͂ gīənə kānt fan t kəna͂wəl (Zonhoven), kanaal (Zonhoven) Aan genen kant (niet aan deze kant) van het kanaal [ZND 24 1937)] || een kunstmatige, gegraven, tamelijk brede waterweg (vaart, kanaal) [N 90 (1982)] III-3-1
kandelaar kandelaar: kandelier (Zonhoven) Kandelaar. Hoe heet een kandelaar, zoals er vroeger langs beide zijden op de schoorsteen stonden ? [ZND 37 (1941)] III-2-1
kandelaar op het altaar kandelaar: kandeleers (Zonhoven), kendeliërs (Zonhoven) De kandelaars, de kaarseluchters op het altaar [kèrseluchters, keëtseluëtersj]. [N 96A (1989)] III-3-3
kandijsuiker borstsuiker: bóssòkker (Zonhoven, ... ) borstsuiker || gestampte kandijsuiker III-2-3
kaneel kaneel: keniel (Zonhoven), Fr. canelle  kerniel (Zonhoven) kaneel III-2-3
kans kans: ka.ns (Zonhoven), kaa.ns (Zonhoven), kans (Zonhoven) De mogelijkheid, waarschijnlijkheid om te winnen of te verliezen [kans, hasard]. [N 88 (1982)] || kans III-1-4, III-3-2
kantbeitel kapbeitel: kap˱bētǝl (Zonhoven) Robuust uitgevoerde houtbeitel met een dik, smal beitelblad, waarvan de afgeschuinde zijkanten meestal bij elkaar komen en zo een rug vormen. Er bestaan echter ook bredere uitvoeringen van de kantbeitel. Zie afb. 65. Door de zware uitvoering van het blad is de beitel geschikt om met een hamer in het hout gedreven te worden. De wagenmaker gebruikt de kantbeitel onder meer voor het hakken van gaten in berries en naven. [N 53, 35c; N 53, 36-37; N G, 25a; monogr.] II-12
kantlikker coulisse: coulisse (Zonhoven) Het ijzeren instrument op een houten handvat waarmee men de kanten polijst door er was in te branden. Zie afb. 63. [N 60, 138a] II-10
kantongerecht tribunaal (<fr./lat.): tribunaal (Zonhoven) het laagste rechtscollege, bevoegd tot kennisneming van kleine burgerlijke zaken en tot berechting van overtredingen [kantongerecht, tribunaal] [N 90 (1982)] III-3-1