e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kinderondergoed kinderondergoed: kènneronnergoed (Zonhoven) Ondergoed voor kinderen. [DC 62 (1987)] III-1-3
kinderstoel kakkastoel: kakastōē.ël (Zonhoven), Fr. chaise percée  kakastōē.ël (Zonhoven), kinderstoel: kèn’nerstōē.ël (Zonhoven) kakstoel || kinderstoel III-2-1
kindje jezus kindje jezus: kienneke Jezus (Zonhoven) Het Jezuskind, het kind(je) Jezus, Jezuke. [N 96D (1989)] III-3-3
kinds kinds: kinds (Zonhoven, ... ) door hoge ouderdom zwak van geest, geheugenloos [kinds, simpel] [N 115 (2003)], [N 86 (1981)] III-2-2
kinketting kinketting: kenkęteŋ (Zonhoven) Korte ketting onder de kin van het paard, die de bitringen van de bitstang met elkaar verbindt en tot steun van het bit dient. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 46; monogr.] I-10
kinkhoest kiekhoest: koeəkhuṣt (Zonhoven), kökhust (Zonhoven) kinkhoest [ZND 01 (1922)], [ZND 01u (1924)] III-1-2
kinnebak kinnebak: keͅnəbak (Zonhoven), kinnebak (Zonhoven) Een kinnebak: kaakbeenderen (kinnebak, kinnebakkes, geschaar) [N 106 (2001)] || kinnebak [ZND 01 (1922)] III-1-1
kipkap galantine: gallantin (Zonhoven), gallentin (Zonhoven), Een soort van worst van gevogelte, lever, spek en kruiderijen  gallantin (Zonhoven) fijn gehakt vlees || galantine III-2-3
kippen hennen: henǝ (Zonhoven), henǝn (Zonhoven), henʔn (Zonhoven), hēnǝ (Zonhoven), hęnǝ (Zonhoven) De hennen of de hoenderen. De (vrouwelijke) kippen of hennen vormen de meerderheid in een kippenhok en geven hun naam aan het geheel. Zie afbeelding 8. [N 19, 37; RND 1; Wi 13; Wi 14; Wi 17; A 6, 1b; JG 1a, 1b, 2c; L 1a-m; L 6, 20a; L 28, 35; L 22, 22; L 33, 20; L 34, 12; L 34, 13; L 42, 5; L 44, 53; S 14; NE 2, I; Gwn 5, 14; Vld.; monogr.] I-12
kippen -werkwoord kippen: køpǝ (Zonhoven), køpǝn (Zonhoven) De eierschaal doorprikken, zich uit de eierschaal bevrijden, gezegd van kuikens in het ei. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.] I-12