22493 |
kleine knikker: glazen knikker |
glazen maai:
glazen maai (Q001p Zonhoven)
|
Kleine stenen of glazen knikker [mullemer, aardezoekertje, artzeiker]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17756 |
kleine neus |
kleine neus:
klēn nawəs (Q001p Zonhoven)
|
een klein neusje [ZND 39 (1942)]
III-1-1
|
29813 |
kleine stenen |
klompjes:
klømkǝs (Q001p Zonhoven)
|
Smalle, dunne baksteentjes. De invuller uit L 321 onderscheidt daarbij vier formaten: ɛvechtformaatɛ (21x10x4 cm), van klei; ɛwaalformaatɛ (21,5x10x5,5 cm), van klei, voor buitenwerk; ɛmaasformaatɛ (21,5x10x8,5 cm), wit, voor binnenwerk en ɛlilliputtersɛ (14,5x6,5x3,5 cm), mooi glad, voor schoorsteen en hal. In L 291 werd zoɛn kleine steen spottend ook wel een bakkersbrood (bɛk\rs˱brū\t) genoemd.' [N 30, 54a; monogr.]
II-8
|
21338 |
kleingeld |
kleingeld:
klēgeͅ[i}lt (Q001p Zonhoven),
klēgeͅl⁄t (Q001p Zonhoven),
klè.gèilt (Q001p Zonhoven)
|
kleingeld [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
20347 |
kleinkinderen |
kindskinder:
kèn’sjkèn’ner (Q001p Zonhoven),
kleinkind:
klee.ëkè.nt (Q001p Zonhoven)
|
kindskinderen, kleinkinderen || kleinkind
III-2-2
|
32681 |
klemmateriaal |
spij/spie:
spɛi̯ (Q001p Zonhoven)
|
Met allerlei materialen werden kouter, voorschaar en voorsteun van de ploeg op de ploegbalk vastgezet. Hierdoor bleven deze onderdelen verwisselbaar of verstelbaar. Welk materiaal men gebruikte, blijkt uit de opgaven. [N 11, 31.III.b; N 11A, 140b]
I-1
|
26394 |
klep |
sneeuwlap:
snø̄wlap (Q001p Zonhoven)
|
De flap met vetergaten welke bij derbybottines en derbymolières los op de schoen ligt en maar aan één kant is vastgenaaid. [N 60, 26]
II-10
|
18499 |
klep [wld ii.10, p. 25] |
sneeuwlap:
sneuwlap (Q001p Zonhoven)
|
Hoe heet de flap met vetergaten, die bij derbybottines en derbymoliäres los op de schoen lag en maar aan één kant was vastgenaaid (klep)? [N 60 (1973)]
III-1-3
|
18200 |
klepbroek |
valbroek:
bolletje op de a
valbrŏk (Q001p Zonhoven),
valdeur:
Vero.
va.ldeur (Q001p Zonhoven)
|
Klepbroek. Kent uw dialect een bijzondere naam voor de broek met afvallende klep, zoals nog door kleine jongens wordt gedragen ? [ZND 47 (1950)] || valdeur: klepbroek: korte jongensbroek die van achteren met een klep sloot (systeem om gemakkelijker zijn gevoeg te kunnen doen)
III-1-3
|
23215 |
klepel |
klepel:
de klēpel van de klok (Q001p Zonhoven),
kleejepel (Q001p Zonhoven),
klepel (Q001p Zonhoven),
klèpəl (Q001p Zonhoven)
|
De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] || De klepel van een klok [bengel?]. [N 96A (1989)] || Klepel. [ZND 01 (1922)]
III-3-3
|