e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleine knikker: glazen knikker glazen maai: glazen maai (Zonhoven) Kleine stenen of glazen knikker [mullemer, aardezoekertje, artzeiker]. [N 88 (1982)] III-3-2
kleine neus kleine neus: klēn nawəs (Zonhoven) een klein neusje [ZND 39 (1942)] III-1-1
kleine stenen klompjes: klømkǝs (Zonhoven) Smalle, dunne baksteentjes. De invuller uit L 321 onderscheidt daarbij vier formaten: ɛvechtformaatɛ (21x10x4 cm), van klei; ɛwaalformaatɛ (21,5x10x5,5 cm), van klei, voor buitenwerk; ɛmaasformaatɛ (21,5x10x8,5 cm), wit, voor binnenwerk en ɛlilliputtersɛ (14,5x6,5x3,5 cm), mooi glad, voor schoorsteen en hal. In L 291 werd zoɛn kleine steen spottend ook wel een bakkersbrood (bɛk\rs˱brū\t) genoemd.' [N 30, 54a; monogr.] II-8
kleingeld kleingeld: klēgeͅ[i}lt (Zonhoven), klēgeͅl⁄t (Zonhoven), klè.gèilt (Zonhoven) kleingeld [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)] III-3-1
kleinkinderen kindskinder: kèn’sjkèn’ner (Zonhoven), kleinkind: klee.ëkè.nt (Zonhoven) kindskinderen, kleinkinderen || kleinkind III-2-2
klemmateriaal spij/spie: spɛi̯ (Zonhoven) Met allerlei materialen werden kouter, voorschaar en voorsteun van de ploeg op de ploegbalk vastgezet. Hierdoor bleven deze onderdelen verwisselbaar of verstelbaar. Welk materiaal men gebruikte, blijkt uit de opgaven. [N 11, 31.III.b; N 11A, 140b] I-1
klep sneeuwlap: snø̄wlap (Zonhoven) De flap met vetergaten welke bij derbybottines en derbymolières los op de schoen ligt en maar aan één kant is vastgenaaid. [N 60, 26] II-10
klep [wld ii.10, p. 25] sneeuwlap: sneuwlap (Zonhoven) Hoe heet de flap met vetergaten, die bij derbybottines en derbymoliäres los op de schoen lag en maar aan één kant was vastgenaaid (klep)? [N 60 (1973)] III-1-3
klepbroek valbroek: bolletje op de a  valbrŏk (Zonhoven), valdeur: Vero.  va.ldeur (Zonhoven) Klepbroek. Kent uw dialect een bijzondere naam voor de broek met afvallende klep, zoals nog door kleine jongens wordt gedragen ? [ZND 47 (1950)] || valdeur: klepbroek: korte jongensbroek die van achteren met een klep sloot (systeem om gemakkelijker zijn gevoeg te kunnen doen) III-1-3
klepel klepel: de klēpel van de klok (Zonhoven), kleejepel (Zonhoven), klepel (Zonhoven), klèpəl (Zonhoven) De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)] || De klepel van een klok [bengel?]. [N 96A (1989)] || Klepel. [ZND 01 (1922)] III-3-3