e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lak lak: lak (Zonhoven) Verf die is samengesteld uit vernis, standolie, terpentijn en zuivere verfstoffen. [N 67, 19c] II-9
lakken lakken: lakǝ (Zonhoven) Met lak of vernis bestrijken, waardoor een glanzende oppervlakte wordt verkregen. [N 67, 66c; monogr.] II-9
lakschoen laqun (<fr.) schoen: sub laqué (Fr., adj.).  lákeeje schōē.ën (Zonhoven) #NAME? III-1-3
lam lam: la.mp (Zonhoven), lam (Zonhoven), la͂:m (Zonhoven, ... ), lo.əm (Zonhoven), lammetje: lɛmǝkǝ (Zonhoven), lɛmǝkǝn (Zonhoven) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] || lam [ZND 01 (1922)] || ze is lam [ZND 29 (1938)] I-12, III-1-2
lammeren lammen: lamǝ (Zonhoven), lāmǝ (Zonhoven) Jongen ter wereld brengen, gezegd van het vrouwelijk schaap. [N 19, 67; JG 1a, 1b; L 29, 32; L 1a-m; N C, add.; Vld.; monogr.] I-12
lamp lamp: lamp (Zonhoven, ... ), Verklw. lé.mke  la.mp (Zonhoven) lamp [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-2-1
lampenkamer lampisterij/lampisterie: lampestǝręj (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Eisden]), lampǝstrī (Zonhoven [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) De ruimte waar men de mijnlampen onderhoudt en indien nodig repareert. [N 95, 241; monogr.; Vwo 467; Vwo 468] II-5
lampenkap abat-jour (fr.): Fr. abat-jour: bovenlicht, zonneblind  ambezjōē.ër (Zonhoven) lampekap III-2-1
lampenpit wiek: wik (Zonhoven, ... ), wīk (Zonhoven), wiek  wiek (Zonhoven) brander (van een lamp) [ZND 01 (1922)] || De lampepit (ook wiek geheeten; Fr. mèche) [ZND 17 (1935)] || lampepit [ZND 01 (1922)] || pit van lamp III-2-1
lampetkan lampet: lampèt (Zonhoven, ... ) lampet || lampetkan III-2-1