e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lamsoor schaapsoren: (Limonium vulgare) GrTh 356  schòòëpsōēëre (Zonhoven) lamsoren III-4-3
lancet scherp mesje: scherp meske (Zonhoven) Lancet: plat mesje met fijne punt en zeer scherpe snede, in de chirurgie gebruikt (vlim, lancet, scherp mesje). [N 107 (2001)] III-1-2
land land: la.nt (Zonhoven), lant (Zonhoven), ps. omgespeld volgens Frings.  lant (Zonhoven), ps. omgespeld volgens IPA.  lá‧nt (Zonhoven) land [ZND 01 (1922)], [ZND 29 (1938)] III-3-1
landerijen grond: gront (Zonhoven), land: lant (Zonhoven) Het geheel van bebouwde akkers, weilanden en velden, behorend bij een boerderij. [N 6, 33a; N 5A, 76d; A 10, 3; A 11, 4; A 20, 1b; JG 1b, 1d; L 37, 11a; L 38, 23; L 44, 27; Vld.; monogr.] I-8
landjeveroveren eiland kappen: Ook la.nt kappe.  èè.ëlant kape (Zonhoven), land kappen: Sub *eiland kappen.  la.nt kape (Zonhoven) *Eiland kappen: Jongensspel waarbij de spelers met een puntig voorwerpje in de grond kappen, om aldus zoveel mogelijk land te veroveren op een perk. || Jongensspel waarbij de spelers met een puntig voorwerpje in de grond kappen, om aldus zoveel mogelijk land te veroveren op een perk. III-3-2
landrol wel: wɛl (Zonhoven) De vroeger houten, later ijzeren rol om aard-kluiten van geploegd land te breken, de akker vlak te maken, het zaad in de aarde vast te drukken, enz. Zie afb. 81 en 82. [JG 1a + 1b; N 11, 86; N 11A, 183 + 185; N J, 10 add.; N P, 20 add.; A 40, 9; monogr.] I-2
landstreek streek: streek (Zonhoven) landstreek, gebied dat door bijv. tradities, landschap, taal enz een zekere eenheid vormt [contrei, streek, strom] [N 81 (1980)] III-4-4
lang leven lang leven: znd 30, 15;  lang lievə (Zonhoven) lang leven [ZND 30 (1939)] III-2-2
lange broek lange broek: ən laŋ brok (Zonhoven) lange broek (hoe heet ...?) [ZND 22 (1936)] III-1-3
lange neus lange neus: laŋ nawəs (Zonhoven) een lange neus [ZND 39 (1942)] III-1-1