24567 |
lijsterbes |
kluisterbeer:
Rijnl. Klosterbeere, L.J. kluisterberenhaot
klöö.sterbee.ër (Q001p Zonhoven)
|
lijsterbes
III-4-3
|
31056 |
likhout |
likhout:
likhout (Q001p Zonhoven)
|
Een stuk hout, er uitziend als een stoelsport, gebruikt om de zolen stevig te polijsten. Volgens de informant van K 278 heeft dit stuk ongeveer de vorm van een deegrol. Zie afb. 57. [N 60, 122c]
II-10
|
20492 |
likken |
likken:
likken (Q001p Zonhoven),
polieren:
polieren (Q001p Zonhoven)
|
Het leer gladmaken met behulp van polijstinstrumenten of met een glad stuk hout met kracht over de bevochtigde zool wrijven. [N 60, 122a; N 60, 122b] || likken; Hoe noemt U: Met de tong over iets heen en weer gaan om zo het voedsel op te nemen (likken, lekken, leppen) [N 80 (1980)]
II-10, III-2-3
|
31071 |
likker |
bolker:
bǫlkǝr (Q001p Zonhoven)
|
Het polijstinstrument in het algemeen. Volgens de informant van Q 235 duidt de benaming bout om het even welk werktuig aan met een gladde kop waarmee men met kracht over het leer wrijft. [N 60, 135a]
II-10
|
31079 |
liksel |
liksel:
leksǝl (Q001p Zonhoven)
|
De afgeschaafde kant van de schoen die men met een polijstinstrument gladwrijft. [N 60, 139]
II-10
|
20725 |
limburgse kaas |
stinkende kaas:
sti.nkende kiës (Q001p Zonhoven),
stinkkaas:
Hervese stinkkaas
sti.nkkiës (Q001p Zonhoven)
|
stinkkaas
III-2-3
|
20904 |
limonade |
limonade:
lemenaoët (Q001p Zonhoven)
|
limonade
III-2-3
|
24486 |
linde |
lindeboom:
lèn⁄neboem (Q001p Zonhoven),
lèn⁄nebumke (Q001p Zonhoven)
|
linde
III-4-3
|
21478 |
liniaal |
regel:
nə rēgəl (Q001p Zonhoven),
regel (Q001p Zonhoven)
|
een dunne rechte lat met een maatverdeling om er lijnen langs te trekken [liniaal, linie, regel, regelet] [N 90 (1982)] || Een liniaal (om rechte lijnen te trekken). [ZND 30 (1939)]
III-3-1
|
17867 |
links, linkshandig |
links:
leŋs (Q001p Zonhoven),
links (Q001p Zonhoven)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: hij is... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|