17869 |
linkshandig persoon |
linkse poot:
nə leŋsə put (Q001p Zonhoven),
linkse, een -:
ne linkse (Q001p Zonhoven),
nə leŋsn (Q001p Zonhoven)
|
iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)]
III-1-2
|
22881 |
linksvoor |
linksbuiten:
rechts- / linksbuiten (Q001p Zonhoven)
|
Hoe noemt U in uw dialect de speler, die in een voetbalteam de uiterst linkse of uiterst rechtse positie in de aanvalslijn bekleedt?
III-3-2
|
28772 |
linnen, linnengoed |
lijnen:
lęjnǝn (Q001p Zonhoven),
lijwaad:
lęjǝvǝt (Q001p Zonhoven),
linnen:
lenǝ (Q001p Zonhoven)
|
Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.]
II-7
|
19753 |
linnenkast |
lijnwaadkast:
lèè.ëvetkás (Q001p Zonhoven)
|
linnenkast
III-2-1
|
17617 |
lip |
lip:
lø.p (Q001p Zonhoven),
løp (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
løpə (Q001p Zonhoven)
|
lip [RND], [ZND 01 (1922)] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b]
I-9, III-1-1
|
24541 |
lis (alg.) |
lis:
lēͅs (Q001p Zonhoven),
leͅs (Q001p Zonhoven),
lis (Q001p Zonhoven),
lès (Q001p Zonhoven),
wijerlis:
z. L.J. p. 60
wijerlèsse (Q001p Zonhoven)
|
gele lis || lis [ZND 29 (1938)]
III-4-3
|
24528 |
lisdodde |
dutskolf:
(Typha species):;L.J. p. 61: distekolve, andere Duitse naam Schilfkolben
dutsekó.lleve (Q001p Zonhoven)
|
lisdodden, moerasplant
III-4-3
|
21824 |
lispelen (slissen) |
lispelen:
Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.
lispelen (Q001p Zonhoven)
|
de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)]
III-3-1
|
23731 |
litanie van de rozenkrans |
litanie (<lat.):
litanie (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven)
|
De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
18051 |
litteken |
litteken:
letikə (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
lettieken (Q001p Zonhoven),
lettikən (Q001p Zonhoven)
|
Als een wond of zweer is genezen, blijt de plaats ervan meestal zichtbaar. die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [ZND 49 (1958)] || een litteken [ZND 37 (1941)] || litteken [ZND 01u (1924)]
III-1-2
|