e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
linkshandig persoon linkse poot: nə leŋsə put (Zonhoven), linkse, een -: ne linkse (Zonhoven), nə leŋsn (Zonhoven) iemand die meestal zijn linkerhand gebruikt: het is een ... [ZND 37 (1941)] III-1-2
linksvoor linksbuiten: rechts- / linksbuiten (Zonhoven) Hoe noemt U in uw dialect de speler, die in een voetbalteam de uiterst linkse of uiterst rechtse positie in de aanvalslijn bekleedt? III-3-2
linnen, linnengoed lijnen: lęjnǝn (Zonhoven), lijwaad: lęjǝvǝt (Zonhoven), linnen: lenǝ (Zonhoven) Weefsel uit vlas- of hennepgaren vervaardigd. Lijnwaad. [N 62, 77; N 59, 201; N 62, 75f; L 1a-m; L 30, 30a; L 30, 30b; L B1, 95; MW; Wi 18 en 55; S 22; monogr.] II-7
linnenkast lijnwaadkast: lèè.ëvetkás (Zonhoven) linnenkast III-2-1
lip lip: lø.p (Zonhoven), løp (Zonhoven, ... ), løpə (Zonhoven) lip [RND], [ZND 01 (1922)] || rode lippen [ZND 30 (1939)] || Zie afbeelding 2.8 en 2.10. [JG 1a, 1b] I-9, III-1-1
lis (alg.) lis: lēͅs (Zonhoven), leͅs (Zonhoven), lis (Zonhoven), lès (Zonhoven), wijerlis: z. L.J. p. 60  wijerlèsse (Zonhoven) gele lis || lis [ZND 29 (1938)] III-4-3
lisdodde dutskolf: (Typha species):;L.J. p. 61: distekolve, andere Duitse naam Schilfkolben  dutsekó.lleve (Zonhoven) lisdodden, moerasplant III-4-3
lispelen (slissen) lispelen: Van Dale: lispelen, 1. de s en z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken; - 2. met onduidelijke, zwakke stem uiten, fluisteren.  lispelen (Zonhoven) de s en de z onduidelijk, met een eigenaardig zacht gesis uitspreken [lispelen, tispelen, strisselen] [N 87 (1981)] III-3-1
litanie van de rozenkrans litanie (<lat.): litanie (Zonhoven, ... ) De litanie van O.L. Vrouw, het slot van het Rozenhoedje [littenïj, lietenïj, lieteniej, lietenej?]. [N 96B (1989)] III-3-3
litteken litteken: letikə (Zonhoven, ... ), lettieken (Zonhoven), lettikən (Zonhoven) Als een wond of zweer is genezen, blijt de plaats ervan meestal zichtbaar. die plek noemt men dan een .... (Nederl. litteken). [ZND 49 (1958)] || een litteken [ZND 37 (1941)] || litteken [ZND 01u (1924)] III-1-2