e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
naakt bloot: bloet (Zonhoven), moedernaaks: mujərno:ks (Zonhoven), moedernaakt: mujərnākt (Zonhoven), naaks: naaks (Zonhoven), no:ks (Zonhoven), z. ook o. bloot.  naa.ksj (Zonhoven), naakt: nākt (Zonhoven), poedernaaks: ss. sub poeder.  pōē.jernao.ksj (Zonhoven) bloot || naakt || Naakt, moedernaakt. [ZND 05 (1924)] || poedernaakt || zonder kleren, onbedekt [naakt, nakst, nakend, naaks, naks, bloot] [N 86 (1981)] III-1-3
naald naald: nowjlt (Zonhoven), noǝljt (Zonhoven), noǝlt (Zonhoven) De naald is een draad gehard staal, voorzien aan de ene zijde van een spitse punt en aan de andere zijde van een oog om de draad door te steken. De kleermaker of naaister gebruikt ze om te naaien, te stoppen of te borduren. Men kent naalden in verschillende lengtes en diktes. De keuze van de naald hangt af van het beoogde doel, de draad en dikte van de draad en de dikte van de stof (Gerritse, pag. 26 en 27). [N 59, 11a; N 62, 49a; N 62, 49c; L 5, 2; L 8, 29; L B1, 76; Gi 1.IV, 13a; MW; Wi 6; S 25; monogr.] II-7
naar de mis gaan horen: hure (Zonhoven), mis horen: més hueren (Zonhoven) De mis bijwonen, de mis horen [mès huëre, mès bèèje?]. [N 96B (1989)] III-3-3
naar de ram brengen leiden: lēi̯ǝ (Zonhoven), lēǝn (Zonhoven) Het vrouwelijk schaap laten bevruchten door de bok. [N 77, 33; N 77, 32; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
naar links haar: hɛ̄r (Zonhoven) Voermansroep om het paard naar links te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95 c, 95d en 96; L 1 a-m; L B 2, 255; L 26, 2; L 36, 81c; S 12; monogr.] I-10
naar rechts hut: hytj (Zonhoven) Voermansroep om het paard naar rechts te doen gaan. [JG 1b; N 8, 95a en 96; L 1 a-m; L B 2, 256; L 26, 2; L 36, 81d; S 12; monogr.] I-10
nabidden nabeden: noabieje (Zonhoven) Nabidden, d.w.z. antwoorden bij het bidden, de tweede helft van een gebed bidden. [N 96B (1989)] III-3-3
nabootsen na-apen: na-apen (Zonhoven) iemands stemgeluid imiteren [nabootsen, papegaaien] [N 87 (1981)] III-3-1
nabraakbres carrage: karāš (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Plaats waar men door het wegnemen van gesteente uit dak en wanden en door het plaatsen van een nieuwe ondersteuning een gedeeltelijk toegedrukte mijngang weer verruimt. [monogr.; N 95, 903; Vwo 214; Vwo 215; Vwo 535; Vwo 536] II-5
nachtbraken zwadderen: zwadderen (Zonhoven) tot diep in de nacht uitgaan, nachtbraken [zwabberen] [N 87 (1981)] III-3-1