e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
putgalg vork: voͅrək (Zonhoven) [ZND 32 (1939)] I-7
puthaak haak: hōͅək (Zonhoven), putgard: pøtgi̯art (Zonhoven) [ZND 32 (1939)] I-7
putter disselvink: desəlveͅŋk (Zonhoven) distelvink, putter III-4-1
pyama pyjama {piama}: piezjemá (Zonhoven) pyjama III-1-3
quatertemperdag quatertemperdag: quatertemberdaog (Zonhoven) De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)] III-3-3
raad raad: ròòët (Zonhoven), rôot (Zonhoven) raad || raadgeving III-1-4
raadsel geraadsel: gròòëtsel (Zonhoven), raadsel: ròòëtsel (Zonhoven), rôotsəl (Zonhoven) raadsel III-1-4
raadsel(tje) geraadsel(tje): Lb. Id. graden = raden; van graden komt graadsel.  gròòëtsel (Zonhoven), raadsel(tje): e rietselken (Zonhoven), roətsəl (Zonhoven), ròòëtsel (Zonhoven) Een raadsel. [ZND 06 (1924)] || Raadsel. III-3-2
raaf raaf: rōͅf (Zonhoven) raaf III-4-1
raam venster: venstǝr (Zonhoven), vę ̝nstǝr (Zonhoven  [(+)]  ) Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.] II-9