33624 |
putgalg |
vork:
voͅrək (Q001p Zonhoven)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
33633 |
puthaak |
haak:
hōͅək (Q001p Zonhoven),
putgard:
pøtgi̯art (Q001p Zonhoven)
|
[ZND 32 (1939)]
I-7
|
24227 |
putter |
disselvink:
desəlveͅŋk (Q001p Zonhoven)
|
distelvink, putter
III-4-1
|
18764 |
pyama |
pyjama {piama}:
piezjemá (Q001p Zonhoven)
|
pyjama
III-1-3
|
23766 |
quatertemperdag |
quatertemperdag:
quatertemberdaog (Q001p Zonhoven)
|
De R.K. vastendag op de eerste woensdag, vrijdag en zaterdag van elk jaargetijde, quatertemperdag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
19079 |
raad |
raad:
ròòët (Q001p Zonhoven),
rôot (Q001p Zonhoven)
|
raad || raadgeving
III-1-4
|
19225 |
raadsel |
geraadsel:
gròòëtsel (Q001p Zonhoven),
raadsel:
ròòëtsel (Q001p Zonhoven),
rôotsəl (Q001p Zonhoven)
|
raadsel
III-1-4
|
22726 |
raadsel(tje) |
geraadsel(tje):
Lb. Id. graden = raden; van graden komt graadsel.
gròòëtsel (Q001p Zonhoven),
raadsel(tje):
e rietselken (Q001p Zonhoven),
roətsəl (Q001p Zonhoven),
ròòëtsel (Q001p Zonhoven)
|
Een raadsel. [ZND 06 (1924)] || Raadsel.
III-3-2
|
24228 |
raaf |
raaf:
rōͅf (Q001p Zonhoven)
|
raaf
III-4-1
|
27904 |
raam |
venster:
venstǝr (Q001p Zonhoven),
vę ̝nstǝr (Q001p Zonhoven
[(+)]
)
|
Zie kaart. Een van glas voorziene opening waardoor het buitenlicht naar binnen valt. In het onderzoeksgebied worden de woorden 'venster' en 'raam' ook wel gebruikt voor de houten of metalen omlijsting waarin de vensterruit wordt geplaatst. In het Standaardnederlands zijn de woorden 'raam', 'venster' en 'glas' onzijdig, in de meeste Limburgse dialecten echter vrouwelijk. Wanneer door de invullers nadrukkelijk een vrouwelijk genus werd opgegeven, is achter de betreffende plaatscode een (+) opgenomen. [N 55, 37; RND 49; A 46, 10a; L mon.; monogr.; Vld.]
II-9
|