e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rest in het glas klatsje: kletske (Zonhoven), kletsken (Zonhoven), kleͅtskə (Zonhoven) kleine hoeveelheid drank die onder in een glas overblijft [ZND 36 (1941)] || restje; Hoe noemt U: Kleine hoeveelheid bier onder in een glas (kletske) [N 80 (1980)] III-2-3
restant insecten coloradokever: kələroͅədəkēəvər (Zonhoven) coloradokever III-4-2
restant reptielen en amfibie?n loopvosje: hyla arborea  lupføͅskə (Zonhoven) boomkikker III-4-2
restant vissen gruw: grōͅ (Zonhoven), snoek: esox lucius  snok (Zonhoven), zalm: zalm (Zonhoven), zaləm (Zonhoven) pootvis || snoek || zalm [N100 (1997)] III-4-2
restant vogels blokeend: blokeend, volwassen wilde eend; tgo kraakeend  bloͅkēͅənjt (Zonhoven), hen: hen (Zonhoven, ... ), jonge spreeuw: jong spruuf (Zonhoven), kluter: kly(3)̄ətər (Zonhoven), kraker: kraakeend, jonge wilde eend; tgo blokeend: volwassen wilde eend  krōͅkər (Zonhoven), regel: platalea laucorodai; ook: blauwe reiger  r‧ēgəl (Zonhoven), treit: panurus biamicus; Peterson 267  trɛ̄t (Zonhoven), verluud: de blom (merel) is —, vertrokken. omdat kinderen te vaak kwamen kijken  vərly(3)̄tj (Zonhoven), vlasvink: vlasfeͅnk (Zonhoven), vlug (adj.): vløͅ.x (Zonhoven), wipstaartje: wøpstɛrtjn (Zonhoven), zandkluter: zaandkluujter (Zonhoven), zilverregel: zoͅləvərē.gəl (Zonhoven) baardmannetje || blokeend || gans, vrouwtje || jong van de spreeuw [ZND 43 (1943)] || kluut || kraakeend || lepelaar || nest, van het — af || plevier, kleine — || purperreiger || vlasvink || vliegend || vrouwelijke eend || wipstaart III-4-1
restant zoogdieren beekrat: bēkrat (Zonhoven), muskusrat: møskəsrát (Zonhoven), vacht: vaxt (Zonhoven) muskusrat || vacht || waterrat III-4-2
resten van het eten van dieren gruimelen: grø̄mǝlǝ (Zonhoven) [L 34, 77b] I-11
retraitant retraitant: retraitant (Zonhoven) Iemand die aan een retraite deelneemt, retraitant. [N 96B (1989)] III-3-3
retraite retraite (fr.): retrait (Zonhoven), retraite (Zonhoven) Enige dagen van geestelijke afzondering en gebed in een klooster of een daarvoor bestemd huis [retraite?]. [N 96B (1989)] III-3-3
retraitehuis retraitehuis: retraitenhouwes (Zonhoven) Een huis of inrichting waar retraites worden gehouden, retraitehuis. [N 96B (1989)] III-3-3