33828 |
slecht van bouw |
hol:
hōǝ.l (Q001p Zonhoven)
|
De antwoorden van de correspondenten doelen vooral op een hol paard met ingevallen flanken en uitstekende heupen. Vgl. het lemma ''harmonisch van bouw'' (4.3.1). [N 8, 62k, 62l en 78a]
I-9
|
23137 |
slechte kaart(en) |
armoede:
É.rremoej troef: armoede troef, d.i. geen of lage troefkaarten.
é.rremoej (Q001p Zonhoven),
gereddel:
geréddel (Q001p Zonhoven),
vuiligheid:
Afl. sub vuil.
vóó.ëlichet(s), vóó.ëlechet(s) (Q001p Zonhoven),
vuiligheids:
Afl. sub vuil.
vóó.ëlichet(s), vóó.ëlechet(s) (Q001p Zonhoven)
|
*Gereddel: 2. Dingen die als klein en minderwaardig worden beschouwd, bijv. klein fruit, lage kaarten enz. || Armoede: *2. (Kaartsp.) Slechte kaarten. || Vuiligheid: *4. (Kaartsp.) Verlieskaarten.
III-3-2
|
19166 |
slechte kerel/slecht mens |
slechterik:
sléchterik (Q001p Zonhoven)
|
slechte, gemene kerel
III-1-4
|
22337 |
slechte speler |
voddenvent:
voddevent (Q001p Zonhoven)
|
een slechte speler [kruk] [N 112 (2006)]
III-3-2
|
19355 |
slechtgehumeurd (zijn) |
kwade zin hebben:
kòòëj zin höbbe (Q001p Zonhoven)
|
slechtgehumeurd zijn
III-1-4
|
22344 |
slee |
ijsstoel:
ijsstoel (Q001p Zonhoven),
nen ejəstoewəl (Q001p Zonhoven),
nən eestoeəl (Q001p Zonhoven),
lange oe
nen eistoel (Q001p Zonhoven),
Ss. sub ijs.
ijsstoel (Q001p Zonhoven),
èè.ësstōē.ël (Q001p Zonhoven),
slee:
sleej (Q001p Zonhoven),
sleur:
Vgl. pag. 427: sleur, z.o. slee1.
sleur (Q001p Zonhoven)
|
**IJsstoel, prikslee. || **IJsstoel. || Een slede (om op de sneeuw te rijden). [ZND 06 (1924)] || Een slede (waarmee de kinderen op het ijs rijden). [ZND 31 (1939)] || Een voertuig op twee evenwijdige metalen of met metaal beslagen ribben dat glijdend wordt voortbewogen over ijs of sneeuw [slee, slet, nar]. [N 88 (1982)] || Slee1: 1. IJsstoel.
III-3-2
|
24552 |
sleedoorn |
kriek:
krikken (Q001p Zonhoven)
|
sleedoorn
III-4-3
|
21179 |
sleepboot |
sleepboot:
sleepboot (Q001p Zonhoven)
|
een kleine, zeer sterke stoom- of motorboot die andere vaartuigen op sleeptouw neemt [sleepboot, sleper, toogboot] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
24551 |
sleepruim |
gezichtentrekkers:
(de zure vruchten doen de gezichten vertrekken): zie L.J. p. 85
gezichtentrèkkers (Q001p Zonhoven)
|
sleedoorn
III-4-3
|
22345 |
sleeën |
ijsstoel rijden:
ijsstoel rijen (Q001p Zonhoven)
|
Met de ijsslee rijden [narren, sleeën]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|