30778 |
spiegelglas |
spiegelglas:
spiegelglas (Q001p Zonhoven)
|
Gegoten glas dat door slijpen en polijsten geheel doorzichtig is geworden. Spiegelglas kan in grote diktes en afmetingen geleverd worden en wordt vooral voor winkelruiten gebruikt. [N 67, 89g]
II-9
|
17569 |
spier |
spier:
spīē.ër (Q001p Zonhoven)
|
pees, spier
III-1-1
|
22401 |
spiertje trekken |
pijltje trekken:
Sub pijl, (sprietje) in: pijlke trekken.
pijlke trekken (Q001p Zonhoven),
spiertje trekken:
spierke trekken (Q001p Zonhoven),
spiertje trekken (Q001p Zonhoven),
Sub spier, (4). Ook spierken trekken bij DC. & T. (deel IV, pag. 147).
spīē.ërke trèkke (Q001p Zonhoven)
|
[Strootje trekken]. || loten met gras of lucifers (bijv. wie de langste trekt) [spiertje trekken, getuigen, tuigen] [N 112 (2006)] || Loten met gras of lucifers (bijv. wie de langste trekt) [spiertje trekken, getuigen, tuigen]. [N 88 (1982)] || Strootje trekken.
III-3-2
|
32062 |
spijker, nagel |
nagel:
nǭ.gǝl (Q001p Zonhoven
[(meervoud: niǝgǝl)]
)
|
In het algemeen het puntige, metalen staafje, waarmee iets vastgezet kan worden. [monogr.]
II-12
|
18202 |
spijkerbroek |
jeansbroek:
jeansbroak (Q001p Zonhoven)
|
Spijkerbroek [spijkerbroek, -boks, jeansbroek, jeans] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
31953 |
spijkeren |
nagelen:
nęxǝlǝ (Q001p Zonhoven)
|
Met een hamer spijkers in het hout slaan. [N 53, 152a-b; L 5, 7; monogr.]
II-12
|
18203 |
spijkerjas |
jeansjas:
jeansjas (Q001p Zonhoven)
|
Spijkerjasje [spijkerjas, jeansjas, jek] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
18204 |
spijkerpak |
jeanskostuum:
jeanskestum (Q001p Zonhoven)
|
Spijkerpak [spijkerpak, jeanspak, spijkerkostuum, jeanskostuum] [N 114 (2002)]
III-1-3
|
30859 |
spijkertang |
pince:
pezǝ (Q001p Zonhoven)
|
Kleine nijptang met taps toelopende punten. [N 60, 184d]
II-10
|
33133 |
spikken |
bousters:
bousters (Q001p Zonhoven)
|
Onder spikken (of het enkelvoud: spik) verstaat men doorgaans een verbijzondering van het begrip "graanafval", namelijk het (onvolgroeide) graan met het kaf er nog omheen, dat dus niet heeft losgelaten bij het dorsen. Deze spikken worden dan als varkensvoer gekookt. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graanafval'' (6.1.30). [N 14, 35d; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|