e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
sprenkelen schrenkelen: sjrenkelen (Zonhoven) druppelsgewijze uitstrooien, uitgieten [spuiten, sprenkelen, sprengen] [N 91 (1982)] III-4-4
sprenkelen met de wijwaterkwast kwispel: kwispel (Zonhoven) Met de wijwaterskwast sprenkelend door de kerk gaan, de besprenkeling met wijwater aan het begin van de hoogmis. [N 96B (1989)] III-3-3
springen springen: spreŋə (Zonhoven), spreŋən (Zonhoven) springen [ZND 25 (1937)] III-1-2
springstof poeder: pujǝr (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Winterslag, Waterschei]) Ontplofbare stof die wordt gebruikt voor het schieten. De springstoffen worden verdeeld in drie klassen: dynamiet, brisante springstoffen en S.G.P. springstoffen (Defoin pag. 138). Zie ook de semantische toelichting bij het lemma Veiligheidsspringstof. Wat betreft het woordtype "poeder", deze term was oorspronkelijk van toepassing op springstof die niet in patronen verpakt werd. Deze wordt nu haast niet meer gebruikt maar de benaming is blijven bestaan voor springstof in het algemeen. [N 95, 419; N 95, 420; monogr.; Vwo 609] II-5
sprinkhaan grasspringer: groͅəspreͅŋər (Zonhoven) sprinkhaan III-4-2
sproeten sproetelen: sproetelen (Zonhoven) Sproet (sproetelen, sproonselen). [N 109 (2001)] III-1-1
sprokkelen (hout) rapen: hout rapen (Zonhoven), sprokkelen: sprokkelen (Zonhoven) Sprokkelen: gevallen, dor hout zoeken (sprokkelen, (hout) rapen, zeumeren, kneppen) [N 108 (2001)] III-1-2
sprookje vertelseltje: vertelselke (Zonhoven) hoe heet een kindervertelsel ? kent ge nog een woord sage ? (uitspraak) [ZND 42 (1943)] III-3-1
spruiten spruitjes: spröö.tekes (Zonhoven), spröö.t’ṇs (Zonhoven) spruitjes III-2-3
spruitkool, spruitje spruitje: sprø͂ͅtjəs (Zonhoven) I-7