e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vangen vangen: vaŋə (Zonhoven), vaŋən (Zonhoven) vangen [ZND 25 (1937)] III-1-2
vanger bij krijgertje spelen jager: jager (Zonhoven) De persoon die vangt bij het krijgertje spelen [pakker, seseur]. [N 88 (1982)] III-3-2
vangijzertje, vangklep aan duiventil clapet (fr.): Fr. clapper klappen, smakken, clapet klepje, claquette klepper, ratel: WNT klepper I, a. valdeurtje, klapdeurtje, duivenslag, kooi uit latwerk met kleppers en valdeurtjes. Z. ook o. **vanger.  kla(m)pétte (Zonhoven), drengel: Z. ook o. **vanger.  tréngel (Zonhoven), sponde: Z. ook o. **vanger.  spón (Zonhoven), vanger: Meestal in het mv. gebruikt.  vénger (Zonhoven) **Vanger: Elk der vangijzertjes aan een duivenslag waarmee deze zodanig wordt afgesloten dat de duiven er wel in, maar niet uit kunnen. || *Klapetten: Vangijzertjes aan duivenslag. || *Spon: 2. Vangijzertje aan duivenslag. || *Trengel: 3. Vangijzertje aan duivenslag. III-3-2
vanzelfsprekend natuurlijk: das naty(3)̄rlək (Zonhoven), nàtûurlək (Zonhoven), vaneigen: van ēgə (Zonhoven), vaneigens: cf. VD s.v. "vaneigen(s.), vaneiges  van ēgəns (Zonhoven), zeker: dat es toch zeker (Zonhoven) Dat is natuurlijk. [ZND 37 (1941)] || natuurlijk III-1-4
varen varen: vārən (Zonhoven, ... ) varen [ZND 08 (1925)] III-3-1
varen (alg.) vaam: vaam (Zonhoven), -  vaom (Zonhoven), z. L.J. p. 96: Dts. Farn, os. farn. De grondvorm farna beantwoordt aan het Oudindische parna = veer. De varen heeft geveerde bladeren  vao.m (Zonhoven) varen III-4-3
variant van krijgertje spelen hukje tuisen: Vgl. pag. II.218: I. tuisen, bep. spel: achter iem. lopen om hem eraan te maken - men raakt hem aan en vervolgens moet hij vangen.  h"kskətyəsn (Zonhoven) *Huikske tuisen: Tuisen, maar als iemand op zijn huiken zit, mag de andere hem niet sjatten. III-3-2
varken varken: vęrkǝn (Zonhoven), vęrǝkǝ (Zonhoven), vɛ.rǝkǝ (Zonhoven), vɛrǝkǝ (Zonhoven), vɛrǝkǝn (Zonhoven) Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s] I-12
varken met een doorgezakte rug carréziekte: karēziktǝ (Zonhoven) [N 76, 19] I-12
varken van acht tot twaalf weken loper: lupǝr (Zonhoven), lypǝr (Zonhoven), lȳpǝr (Zonhoven) De benamingen duiden doorgaans op een big van acht tot twaalf weken. Het gewicht van dit varken varieert van ongeveer 30 kg tot ongeveer 50 kg. [N 19, 4a; N 76, 3c; N C, 9c; JG 1a, 1b, 2c; L 37, 49b; L 37, 49e; L 3, 2b; L 1a-m; A 4, 4b; Gwn; monogr.; N C, add.; N 19, Q 111 add.] I-12