28220 |
veiligheidslamp |
smoutpot:
smātpǫt (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden])
|
Benzinemijnlamp, werd vroeger gebruikt voor de verlichting ondergronds. Tegenwoordig dient hij om te controleren of er mijngas op het werkpunt aanwezig is. De benzinelamp berust op de ontdekking van de Engelse natuurkundige Davy. Deze stelde vast, dat een gasvlam niet door een stuk fijn gaas sloeg, wanneer hij dit gaas boven de vlam hield; zelfs niet wanneer er mijngas boven dit gaas aanwezig was. Een benzinelamp kan dus tijdelijk in een mengsel van lucht en mijngas branden, zonder dat dit mengsel ontstoken wordt (Handb. H. pag. 17). Op de mijn Maurits maakten volgens de invuller uit Q 15 de schiethouwer en de meesterhouwer gebruik van de veiligheidslamp, terwijl de dienstdoende opzichter in het bezit was van een koperen veiligheidslamp (zie het lemma Koperen Mijnlamp). [N 95, 242; N 95, 263; monogr.; Vwo 112; Vwo 717]
II-5
|
27776 |
veiligheidsvloer |
veiligheidsplancher:
veiligheidsplancher (Q001p Zonhoven
[(Zwartberg)]
[Houthalen, Eisden])
|
Vloer samengesteld uit op het bovenste raam van een in aanleg zijnde opbraak naast elkaar gelegde balken. Het boorwerk en het aanbrengen van de opbraakramen wordt verricht vanaf de veiligheidsvloer. Bovendien wordt onder de veiligheidsvloer, op de werkvloer, beschutting gezocht tijdens het schieten (Defoin pag. 127). De "schietbeun" (Q 21 , Q 121c) bestond uit schuinstaande ijzeren stijlen, die werden opgevuld met dikke houten planken balken van 14 x 14 cm. [N 95, 371; N 95, 416; monogr.; Vwo 118; Vwo 816; Vwo 817]
II-5
|
34244 |
vel op gekookte melk |
schuim:
sxāu̯m (Q001p Zonhoven),
velletje:
vɛ̄lǝkǝn (Q001p Zonhoven)
|
Het vlies dat ontstaat bij afkoeling van gekookte melk. [N 6, 16; L 6, 16; L 14, 23; A 39, 7b]
I-11
|
20943 |
vel op melk |
velletje:
ook mat. van ZND 14, vr. 23
vēlləkən (Q001p Zonhoven),
zaan:
ook mat. van ZND 14, vr. 23
sxāon (Q001p Zonhoven)
|
velletje op melk [ZND 06 (1924)]
III-2-3
|
24919 |
veld, open land |
veld:
veld (Q001p Zonhoven)
|
veld, open land buiten de steden en dorpen, voor akkerbouw [pals] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
22306 |
veldduif |
veldkets:
1. Duif die veelal haar voedsel op de velden zoekt;
vé.l`tkéts (Q001p Zonhoven),
veldklats:
Sub *veldkets(er).
vé.l`tklats (Q001p Zonhoven)
|
*Veldkets(er): Veldduif. || *Veldklad(de), **kladde.
III-3-2
|
21742 |
veldfles |
veldfles:
veldfles (Q001p Zonhoven)
|
een fles die men op mars meeneemt om er onderweg uit te kunnen drinken [veldfles, bobbelke] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
23494 |
veldkruis |
stenen kruis:
stene krèùs (Q001p Zonhoven)
|
Een kruisbeeld in het veld, langs de openbare weg opgericht [veldkruis, devotiekruis?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
24263 |
veldleeuwerik |
leeuwerik:
alanda arvensis
ly(3)̄vərik (Q001p Zonhoven)
|
veldleeuwerik
III-4-1
|
24264 |
veldleeuwerik, leeuwerik |
lieverik:
līvərik (Q001p Zonhoven, ...
Q001p Zonhoven),
luverik (Q001p Zonhoven),
lyvəreͅk (Q001p Zonhoven),
ly‧vəreͅk (Q001p Zonhoven)
|
(veld)leeuwerik || leeuwerik [ZND 01 (1922)], [ZND 01 (1922)], [ZND m]
III-4-1
|