e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkoudheid klets: ech həb nə klets (Zonhoven), løləkə klɛts (Zonhoven), kou: die zøld ən kā pakə (Zonhoven), dije zuelt ne kaa pakken (Zonhoven), dä:jə zøilt nə kā pakə (Zonhoven), ech həb nə kā (Zonhoven), wind: die zøld nə went krēgə (Zonhoven), ech həb nə went (Zonhoven), ech həp nə wēnd oͅp mən bōͅrst (Zonhoven) ge zult een kou vatten [ZND 34 (1940)] || Hoe noemt men tegenwoordig een zware verkoudheid met koorts ? (Deze ziekte, die nu vrijwel overal griep wordt genoemd, heette vroeger ook wel influenza) [ZND 49 (1958)] || ik ben verkouden [ZND 34 (1940)] || Ik heb een kou op de borst. [ZND 22 (1936)] III-1-2
verlegdienst changeerpost: šanzērpǫst (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Willem-Sophia]) In Nederland de dienst, in Belgiē de post die het transportmiddel in het oude pand van een pijler afbreekt en in het nieuwe pand weer opbouwt. Volgens Van der Maar verlegde men de transportmiddelen in de wisseldienst. [N 95, 494; monogr.; Vwo 224; Vwo 551] II-5
verlegen verlegen: vərlèèəgə (Zonhoven) verlegen III-1-4
verleggen changeren: šanžērǝn (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Het transportmiddel in een pijler van het oude naar het nieuwe pand verplaatsen. In tegenstelling tot het "verschuiven" wordt de transportinstallatie daarbij gedemonteerd en in het nieuwe pand weer opgebouwd. [N 95, 493; monogr.; N 95, 267; Vwo 226; Vwo 549] II-5
verliezen verliezen: verlīē.ëze (Zonhoven, ... ), vərliəzn (Zonhoven, ... ), vərlīzən (Zonhoven) Verliezen. || wij verliezen [ZND 08 (1925)] III-3-1, III-3-2
verlof, vrije dag congé: kǫnžē (Zonhoven  [(Zwartberg)]   [Beringen, Zolder, Houthalen, Zwartberg, Winterslag, Waterschei, Eisden]) Van vakantie spraken de mijnwerkers niet. Men nam een verlofdag en deze was dan "de mooiste werkdag". [N 95, 121; N 95, 122; N 95, 123; monogr.; N 95, 920; Vwo 248] II-5
vermengen ondereen doen: ondereen doen (Zonhoven) in elkaar vermengen [warzen] [N 91 (1982)] III-4-4
vermicelli vermicelle (fr.): férmiesjél (Zonhoven), vérmiesjél (Zonhoven) vermicelli III-2-3
vermoeden presumeren: fr. présumer  prizzemeeëre (Zonhoven) vermoeden, veronderstellen III-1-4
vernielen kapot slaan: kapoͅt sloən (Zonhoven), vernielen: vərnilən (Zonhoven) vernielen [ZND 08 (1925)] III-4-4