24966 |
vuil waterx |
mooswater:
mooswater (Q001p Zonhoven)
|
vuil water [mooswater, getwater] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
19498 |
vuilnisbak |
assenbak:
ássebák (Q001p Zonhoven),
vuilblik:
vóó.ëlbák (Q001p Zonhoven)
|
asbak || vuilnisbak
III-2-1
|
22342 |
vuistslag op de rug |
boks:
boks (Q001p Zonhoven),
doffel:
dófəl (Q001p Zonhoven)
|
Een slag met de vuist op de rug (bij sommige kinderspelen). [ZND 33 (1940)]
III-3-2
|
22899 |
vuurtje stoken |
vuurtje stoken:
Sub vuur, (1).
vūū.ërke stoo.ke (Q001p Zonhoven),
Sub vuur.
vuurke stoken (Q001p Zonhoven)
|
[Vuurtje stoken]. || Vuurtje stoken.
III-3-2
|
30004 |
vuurvaste mortel |
vuurvaste cement:
vȳrvastǝ sǝmɛnt (Q001p Zonhoven)
|
Mortel voor vuurvast metselwerk. Vuurvaste mortel wordt volgens de invuller uit L 321 gebruikt voor stoomketels, kachels en fornuizen. Zwiers II (pag. 548) geeft als grondstoffen voor vuurvaste mortel: zeer schrale klei of één deel portlandcement en drie delen zand met zo weinig mogelijk water aangemaakt. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 38c]
II-9
|
29814 |
vuurvaste stenen |
vuurvaste stenen:
vȳrvastǝ stī̄n (Q001p Zonhoven)
|
Stenen die bestand zijn tegen vuur. Zij worden onder meer gebruikt bij de bouw van ovens. Het woorddeel chamotte- in de woordtypen chamottestenen en chamottebrikken verwijst naar het mengsel van fijngemalen scherven dat bij dit soort stenen aan de klei wordt toegevoegd. [N 30, 54b; N 98, 160 add.]
II-8
|
20126 |
waaks |
waker:
waker (Q001p Zonhoven)
|
Hoe noemt u goed, ijverig waken, gezegd van een hond (gewarig, waaks, waakzaam) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
18860 |
waarderen |
waarderen:
wárdeeëre (Q001p Zonhoven)
|
waarderen
III-1-4
|
19005 |
waarheid |
waarheid:
wòòëret (Q001p Zonhoven)
|
waarheid
III-1-4
|
21589 |
wacht |
wacht:
wacht (Q001p Zonhoven)
|
de taak om de kazerne te bewaken [vigilantie, wacht, faction] [N 90 (1982)]
III-3-1
|