e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zweten zweten: gəzwit (Zonhoven) wij hebben daar gezweet [ZND 08 (1925)] III-1-2
zwiepingen latten: latǝ (Zonhoven) De houten latten waarmee het profiel loodrecht wordt vastgezet. Zie ook afb. 28. [N 31, 7b; monogr.] II-9
zwijgen zwijgen: ech zal mer zwègən (Zonhoven) Ik zal maar zwijgen. [ZND 08 (1925)] III-3-1
zwoegen bruken: cf. WBD III, 1.4: idem  bruuke (Zonhoven), mar.: ?; zie id WBD 1.4  ech höb mottən brykən (Zonhoven), schurgen: cf. VD s.v. "schurgen"(overg.) (gew.) = schuieren, met een kruiwagen vervoeren  schörrege (Zonhoven), travakken: mar.: volgens Zonhoven wb. komt het in (een oude) VD deze betekenis voor s.v. "trafakken, travakken  trafikke/travikke (Zonhoven), vrelen: cf. WNT XXIII, kol. 456 s.v. "vreigelen - vreegelen, vrei(e)len, vreelen, wr."Betekenis divers echter niet in de vorm van hard werken  vreeële (Zonhoven), wurgen: wörrege (Zonhoven), zich afbeulen: zich ao.fbeule (Zonhoven), zich dood werken: zich doet wö.rreke (Zonhoven) hard werken || hard werken, zwoegen || hard werken, zwoegen, wroeten || Ik heb moeten zwoegen. [ZND 08 (1925)] || wroeten, hard werken || zich afsloven || zwoegen, hard werken III-1-4
zwoord zwaard: zwā‧rs (Zonhoven), zwōͅrs (Zonhoven) zwoerd [Goossens 1c (1955b)] || zwoerd (harde rand van een snede spek) [ZND 08 (1925)] III-2-3
één frank frank: nə fraŋ antrē (Zonhoven), n⁄entree es ne fran (Zonhoven) De toegangsprijs is een frank. [ZND 36 (1941)] III-3-1