e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
catechismusles catechismusles: catekiesmesles (Zonhoven) Het onderricht, katechismusles in de kerk of op school. [N 96D (1989)] III-3-3
cel dop: dǫp (Zonhoven) Zeshoekige opening in de raat. De cel dient voor het uitbroeden van de larven of voor het bergen van honing en stuifmeel. De wijdte tussen de evenwijdige wanden wisselt naar de bijensoort en de ouderdom der raat van 4,74 mm tot 5,50 mm. De normale diepte is 12 mm maar ze kan ook wat minder zijn. [L 1a-m; S 3; Ge 37, 56] II-6
cement cement: sǝmęnt (Zonhoven), sǝmɛnt (Zonhoven) Een snel verstenend bindmiddel, doorgaans in poedervorm, dat ontstaat door vermenging van kalk- en leemhoudende stoffen die onder hoge temperatuur versinterd zijn. Het bezit de eigenschap door toevoeging van water zowel onder water als aan de lucht te verharden. [N 30, 35a; N 30, 35b; monogr.] II-9
cementmortel mortel: mortǝl (Zonhoven) Mortel, bestaande uit cement en zand. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(mortel)', '-(spijs)', etc. het lemma 'Mortel'. [N 30, 37e; monogr.] II-9
centerboor centerboor: centerboor (Zonhoven) Boorijzer voor hout waarvan de schacht uitloopt in een centreerpunt die de boor leidt. Aan de ene zijde van deze punt bevindt zich een voorsnijder die het te boren gat afschrijft en uitsnijdt en aan de andere zijde een soort gutsje dat het hout binnen de afgeschreven omtrek uitschaaft. Vgl. afb. 74c. Zie ook het lemma ɛcenterboor, schijfboorɛ in Wld II.11, pag. 77-78. Het betreft daar een vergelijkbaar type boor dat gebruikt wordt om grote cirkelvormige gaten in metaal(plaat) aan te brengen.' [N 53, 163a; N G, 31d; monogr.] II-12
centiare, maat van 1 m2 centiare: centiaar (Zonhoven) de maat die een oppervlakte aangeeft van 1 vierkante meter [centiare, centiaar] [N 91 (1982)] III-4-4
centrale verwarming chauffage (fr.): Fr. chauffage  sjoofaasj (Zonhoven), Sjefaasj lòòëte lègge: centrale verwarming laten installeren  sjefaasj (Zonhoven), mazoutketel: mazoetkee.ëtel (Zonhoven), mazoutstoof: mazoetstoof (Zonhoven), verwarming: verwérreming (Zonhoven), verwörreming (Zonhoven) centrale verwarming || mazoutkachel || verwarming || verwarmingsketel III-2-1
cervelaatworst cervelas (fr.): seͅrvəla (Zonhoven) cervelaatworst [ZND 21 (1936)] III-2-3
chagrijn chagrijn: sagrɛ̄ən (Zonhoven), sjágrèè.ën (Zonhoven) chagrijn [ZND 01 (1922)] III-1-4
chic chic (fr.): sjiek (Zonhoven), sjĭĕk (Zonhoven) chic III-1-4