e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zonhoven

Overzicht

Gevonden: 5466
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
de rozenkrans bidden bij een overledene rozenkrans beden: roezenkrans bieje (Zonhoven) De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)] III-3-3
de stal uitmesten uitdoen: ō.dūn (Zonhoven), ō.ǝdūn (Zonhoven) De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.] I-11
de tafel dekken tafel zetten: tafel zetten (Zonhoven) tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)] III-2-1
de toog aankrijgen gekleed worden: geklied wairen (Zonhoven) De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)] III-3-3
de was blauwen blauwsel doen: bloətsəl dyən (Zonhoven) blauwen [ZND 08 (1925)] III-2-1
de was bleken bleken: blēkə (Zonhoven) de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)] III-2-1
de was stijfselen stijven: De waa.s stijve: het wasgoed stijven E gestee.ëven humme: een gesteven hemd  stijve (Zonhoven) stijven III-2-1
de wendakker ploegen bijakkeren: bę̄.akǝrǝ (Zonhoven) Na het ploegen van het grote middendeel van de akker moet men de keerstroken nog met de ploeg bewerken. Als er geen of maar één keerstrook is, omdat men op een (veld)weg of op een eigen of andermans perceel heeft kunnen keren, ploegt men aan het voor- en/of achtereind van de akker enkele dwarsvoren om het ongelijke en minder diepe begin van de lange voren weg te werken. [JG 1a; N 11, 47; N 11A, 137l; monogr.] I-1
de zeug naar de beer brengen drijven: drē̜.vǝ (Zonhoven), drē̜ǝvǝ (Zonhoven) De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.] I-12
decimeter, maat van 10 cm decimeter: decimeter (Zonhoven) de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)] III-4-4