23723 |
de rozenkrans bidden bij een overledene |
rozenkrans beden:
roezenkrans bieje (Q001p Zonhoven)
|
De Rozenkrans (= 3 Rozenhoedjes) bidden bij een overledene. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
34273 |
de stal uitmesten |
uitdoen:
ō.dūn (Q001p Zonhoven),
ō.ǝdūn (Q001p Zonhoven)
|
De stal of mestgoot van mest ontdoen. Objecten "stal", "mestgoot" en "mest" zijn niet gedocumenteerd. [N 11, 14; N 5A II, 50a; A 9, 26; JG 1a, 1b, 1c, 1d, 2c; monogr.]
I-11
|
19859 |
de tafel dekken |
tafel zetten:
tafel zetten (Q001p Zonhoven)
|
tafel dekken; Hoe noemt U: De tafel dekken (rechten dekken) [N 80 (1980)]
III-2-1
|
24036 |
de toog aankrijgen |
gekleed worden:
geklied wairen (Q001p Zonhoven)
|
De toog/het habijt aankrijgen, gekleed worden. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19640 |
de was blauwen |
blauwsel doen:
bloətsəl dyən (Q001p Zonhoven)
|
blauwen [ZND 08 (1925)]
III-2-1
|
19681 |
de was bleken |
bleken:
blēkə (Q001p Zonhoven)
|
de was op de bleek leggen [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
19643 |
de was stijfselen |
stijven:
De waa.s stijve: het wasgoed stijven E gestee.ëven humme: een gesteven hemd
stijve (Q001p Zonhoven)
|
stijven
III-2-1
|
32742 |
de wendakker ploegen |
bijakkeren:
bę̄.akǝrǝ (Q001p Zonhoven)
|
Na het ploegen van het grote middendeel van de akker moet men de keerstroken nog met de ploeg bewerken. Als er geen of maar één keerstrook is, omdat men op een (veld)weg of op een eigen of andermans perceel heeft kunnen keren, ploegt men aan het voor- en/of achtereind van de akker enkele dwarsvoren om het ongelijke en minder diepe begin van de lange voren weg te werken. [JG 1a; N 11, 47; N 11A, 137l; monogr.]
I-1
|
34344 |
de zeug naar de beer brengen |
drijven:
drē̜.vǝ (Q001p Zonhoven),
drē̜ǝvǝ (Q001p Zonhoven)
|
De zeug laten dekken door de beer, het mannelijk varken. [N 19, 30; JG 1a, 1b, 2c; N 76, add.; monogr.]
I-12
|
25312 |
decimeter, maat van 10 cm |
decimeter:
decimeter (Q001p Zonhoven)
|
de maat die een lengte van 10 cm aangeeft, 1/10 deel van een meter [sol, palm, decimeter] [N 91 (1982)]
III-4-4
|