e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Zutendaal

Overzicht

Gevonden: 1986
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bezem bessem: bɛ.sǝm (Zutendaal), bezem: bēͅsəm (Zutendaal, ... ), beͅsəm (Zutendaal) bezem [RND], [ZND 01 (1922)], [ZND 21 (1936)] || Het keren van de dorsvloer gebeurt vaak met een bezem vervaardigd uit bremtakken. [JG 1a, 1b; monogr.; add. uit N 14, 32b en 34b] I-4, III-2-1
bezemsteel steel: stēəl (Zutendaal) bezemsteel [RND] III-2-1
bezoeken bezoeken: bezeeke (Zutendaal) Kom mij eens bezoeken. [ZND 21 (1936)] III-3-1
bibberen bibberen: bibberen (Zutendaal) beven, bibberen [ZND 21 (1936)] III-1-2
bidden beden: fr ai  de mōs bēe (Zutendaal) Ge moet bidden (in de kerk). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechten (gaan) zich biechten (gaan): vè guën ōs beechten (Zutendaal) We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
bieden bieden: bee-ën (Zutendaal), bejə (Zutendaal) bieden [RND], [ZND 21 (1936)] III-3-1
bier bier: béér (Zutendaal), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  beer (Zutendaal) bier [RND], [ZND 06 (1924)] III-2-3
biestmelk biest: bɛs (Zutendaal) De eerste melk van de koe, nadat ze gekalfd heeft. [L 32, 100; JG 1a, 1b; S 3; A 7, 18; monogr.] I-11
biggen werpen baggelen: bagǝlǝ (Zutendaal) Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.] I-12