29094 |
balans in het stuk brengen |
balans geven:
balans gē̜vǝ (L428p Born),
balans hangen:
balāns haŋǝ (Q112p Voerendaal),
balans in de jas werken:
balans en dǝr jas werkǝ (Q111q Ransdaal),
balans in het werk brengen:
balans en ǝt węrk bręŋǝ (Q007p Eisden),
dresseren:
dręsērǝ (Q027p Doenrade),
dręsīrǝ (Q121c Bleijerheide),
in balans brengen:
en balans bręŋǝ (L381p Echt, ...
Q099p Meerssen,
L433p Nieuwstadt,
L270p Tegelen),
rug recht maken:
rø̄k ręǝx mākǝ (Q200p s-Gravenvoeren)
|
Het in evenwicht brengen in de diverse verhoudingen van de onderdelen van een werkstuk onderling. [N 59, 88]
II-7
|