e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
blauwe klei blauwe: blǫwǝ (Maastricht), blauwe aarde: blǫw jāt (Kermt), blauwe klei: blauwe klei (Tegelen), blǫu̯wǝ klęi̯ (Eisden, ... ), bǝlǭwǝ kǝlāj (Boorsem), blauwe leem: blōǝ lēm (Bilzen), blǫu̯wǝ lęi̯m (Blerick, ... ), blǫǝ lii̯ǝm (Hechtel), blǭwǝ lęm (Meijel), blauwe potaarde: blǫu̯wǝ potjaǝt (Borgloon), deeg: dęx (Donk), deluwaarde: dęi̯lięt (Tongeren), douwaarde: dou̯wǝt (Beringen), dǫu̯wē̜rt (Heerlerheide, ... ), dǫu̯wē̜t (Mechelen, ... ), dǫu̯węrt (Neerharen), drift: dreft (Beringen), drijf: dręf (Opheers), drijfzand: drē̜vzant (Beringen), duinlaag: dø̜u̯nlǭx (Neerpelt), gelleem: žɛliǝm (Halen), grijze klei: grīzǝ klęi̯ (Einighausen, ... ), huivenklei: hȳvǝklęi̯ (Bocholtz), kattenklei: katǝklęi̯ (Hout-Blerick), klei: klai̯ (Tessenderlo), klęi̯ (Baarlo, ... ), klevenaarde: klēvǝnērt (Hoensbroek), leem: liǝm (Beringen, ... ), lęi̯m (Blerick, ... ), lęm (Meijel), leemlaag: liǝmlǭx (Neerpelt), magere klei: māgǝrǝ klęi̯ (Eisden), pannengrond: panǝgrōǝnt (Rekem), pannenklei: panǝklęi̯ (Maasniel, ... ), pannenleem: panǝlē̜i̯m (Geistingen), panǝlęi̯m (Maaseik), plakgrond: plɛkgront (Zelem), potaarde: potiēt (Riksingen), pǫtięt (Hoeselt), pǫtjāt (Borgloon, ... ), pǫtē̜rt (Tegelen), pǫtęrt (Neerharen), potjesleem: pø̜tjǝslēm (Milsbeek, ... ), potleem: potlēm (Heijen, ... ), pottenaarde: pǫdǝjāt (Tongeren), pǫtǝjǝt (Beverst), sleep: slēp (Meijel), šlē.p (Panningen), spade: spāj (Montfort), wilde leem: weldjǝ lęi̯m (Tungelroy), zure grond: zūrǝ xront (Gingelom), zwarte grond: zwatǝ grǫnt (Rummen, ... ), zwɛtǝ gront (Meldert) De blauwe klei in het algemeen en de klei die onder het veen zit in het bijzonder. [N 27, 19b; N 27, 44] || De onderste klei van de kleilaag. De blauwe leem werd in Q 83 gebruikt om de bakoven te dichten. [N 98, 21] I-8, II-8