29616 |
boren naar klei |
boren:
buǝrǝ (Q083p Bilzen),
bōrǝ (L290p Panningen, ...
L299p Reuver,
L374p Thorn),
bǭrǝ (L297p Belfeld, ...
L381p Echt,
Q111p Klimmen,
L322a Nunhem,
L331p Swalmen,
L270p Tegelen)
|
Door middel van boringen onderzoek doen naar de eventuele aanwezigheid van klei. Daartoe werd een lange, holle buis in de grond gedreven. In L 270 werd de boorbuis opgehangen aan een katrol. Deze werd door de arbeiders een rolkop (rǫlkǫp) genoemd. Het boren naar klei kwam zelden voor omdat de klei doorgaans niet diep zat. De opgave uit L 297 betreft de gresbuizenindustrie. [N 98, 33; monogr.]
II-8
|