32321 |
de buitenwand gladschaven |
afpoetsen:
afputsǝ (Q002p Hasselt),
afschaven:
āfšāvǝ (L328p Heel, ...
L270p Tegelen),
afsteken:
āfstē̜kǝ (L320a Ell),
fatsoenen:
fatsø̜jnǝ (Q156p Borgloon),
gladmaken:
glā.t mā.kǝ (L290p Panningen),
gladschaven:
gladschaven (Q074p Kortessem),
glatšāvǝ (L270p Tegelen),
oppoetsen:
ǫppotsǝ (Q095p Maastricht),
schaven:
sxāvǝ (L269p Blerick, ...
Q002p Hasselt,
L267p Maasbree),
schrappen:
šrabǝ (L329p Roermond),
zuiveren:
zȳvǝrǝ (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen)
|
De buitenwand van het vat met behulp van spookschaaf en schraapstaal glad maken. Het gladschaven gebeurt tijdens het vervangen van de sluitbanden door de definitieve banden of n√†dat de definitieve banden om het vat zijn aangebracht. Zie ook de lemmata ɛspookschaafɛ en ɛschraapstaalɛ in de paragraaf over het gereedschap van de timmerman.' [N E, 45b]
II-12
|