32289 |
de duigkoppen gelijkschaven |
afronden:
ǭfrønǝ (Q095p Maastricht),
effen slieten:
ɛfǝ slītǝ (Q007p Eisden, ...
Q009p Maasmechelen),
rechten:
rē.xtǝ (L290p Panningen),
rechtschaven:
rɛxšāvǝ (L270p Tegelen),
schaven:
sxāvǝ (Q002p Hasselt),
šāvǝ (L269p Blerick, ...
Q007p Eisden,
L328p Heel,
L267p Maasbree,
Q009p Maasmechelen,
L329p Roermond),
vlakken:
vlakǝ (L164p Gennep)
|
Nadat de kimmen gekapt zijn, worden de duigkoppen aan beide zijden van het vat aan de bovenzijde vlakgeschaafd. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een kopschaaf, soms ook van een blokschaaf (bijvoorbeeld in Heel (L 328)), een reischaaf (bijvoorbeeld in Panningen (L 290), Heel (L 328) en Hasselt (Q 2)) of een stalen schaaf (bijvoorbeeld in Gennep (L 164) en Klimmen (Q 111)). Zie ook het volgende lemma en de lemmata ɛblokschaafɛ, ɛreischaafɛ en ɛstalen schaafɛ in de paragraaf over de schaven bij de vaktaal van de timmerman.' [N E, 35b]
II-12
|