29436 |
de klei laten rotten |
gemoeizaam maken:
gǝmujzām mākǝ (L163p Ottersum),
laten besterven:
lǭtǝ bǝstɛ̄rǝvǝ (L163p Ottersum),
laten rotten:
lǭtǝ rotǝ (L270p Tegelen),
laten rusten:
lǭtǝ rø̜̜̄̄stǝ (L163p Ottersum),
laten verweren:
lǭtǝ vǝrwē̜rǝ (L270p Tegelen),
weken:
węjkǝ (L270p Tegelen
[(de klei in de leemkuil onder water zetten)]
)
|
Gedolven klei een aantal maanden laten liggen zodat de organische stoffen erin kunnen vergaan. In L 163 liet men de klei daartoe ook stukvriezen. [N 49, 5; N 49, 6]
II-8
|