28121 |
de tap maken |
(de) tap aanzetten:
dǝr tap āzɛtsǝ (Q121c Bleijerheide
[(Domaniale)]
, ... [Maurits]
Q121a Chevremont
[(Julia)]
, [Domaniale]
Q121p Kerkrade
[(Domaniale)]
[Julia]),
de tap klaarmaken:
de tap klaarmaken (Q015p Stein
[(Maurits)]
[Willem-Sophia]),
de tap maken:
dǝ tap māxǝ (Q121b Spekholzerheide
[(Willem-Sophia)]
[Eisden])
|
De tap aanbrengen in het op te vullen pand. De invuller uit Q 15 schrijft daarover dat men op de mijn Maurits in de voet van de pijler de bekleding, in dit geval steenknuppels, aanbracht. Daarover spande men keergaas of soms jute doek, terwijl men later enkele lagen draad met papier aanbracht. Vervolgens werd met de hand ongeveer één meter van het pand met stenen en morskolen opgevuld, waarna het blazend opvullen kon beginnen. In pijlers met een houten ondersteuning werd het doek met het opvullen mee op de stijlen gespijkerd. Bij pijlers met ijzeren tappen moest het ijzer geroofd worden, maar daar plaatste men om de twee a drie meter een houten stijl om het doek te bevestigen. Wanneer men tot boven in de pijler was gekomen, was de pijler opgevuld. De laatste meter werd meestal weer met de hand opgevuld. Daarna schepte men de morssteen weg en bekleedde men de wanden met steenknuppels. [N 95, 566; N 95, 563]
II-5
|