32365 |
een boomstam afschrijven |
afmarkeren:
afmarkęjǝrǝ (K353p Tessenderlo),
afritsen:
afretsǝ (L286p Hamont),
aftekenen:
aftīkǝrǝ (P047p Loksbergen)
|
Een streepje kerven op de boomstam op de plaats waar gezaagd moet worden. De boomstam wordt vervolgens met behulp van een trekzaag in een aantal stukken gezaagd, die ieder de lengte van een klomp hebben. In Hamont (L 286) werd voor dit werk een motorzaag gebruikt. Zie ook de lemmata ɛtrekzaagɛ, ɛboomzaagɛ en ɛafkortenɛ in de paragraaf over de vaktaal van de houtzager.' [N 97, 42]
II-12
|