25415 |
haak waarmee men de varkensnagels verwijdert |
bet de handen:
bē dǝ hān (Q078p Wellen),
brandend strobundeltje:
brandend strobundeltje (Q158p Riksingen),
crochet):
krošę (Q180p Mal),
haak:
h ̇ōk (L269p Blerick, ...
L271p Venlo),
haak (P120p Alken, ...
Q198p Eijsden,
L320a Ell),
huǝk (P177p Zepperen),
hāk (K278p Lommel),
hōk (Q071p Diepenbeek),
hōǝk (Q036p Nuth),
hǫǝk (L312p Neerpelt),
hǭk (L269p Blerick, ...
L426p Buchten,
L291p Helden,
L330p Herten,
L292p Heythuysen,
Q039p Hoensbroek,
L316p Kaulille,
Q121p Kerkrade,
L211p Leunen,
Q095p Maastricht,
Q180p Mal,
L265p Meijel,
Q033p Oirsbeek,
L163p Ottersum,
Q099q Rothem,
Q030p Schinveld,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L289p Weert),
hǭǝk (Q202p Eys),
wǫk (Q162p Tongeren),
ǭk (Q009p Maasmechelen),
haakje:
haakje (L377p Maasbracht),
hø̄kskǝ (L432p Susteren, ...
L270p Tegelen),
klokhaak:
klokhǭk (Q018p Geulle),
klǫkhǭk (Q103p Berg / Terblijt),
krabhaak:
krabhaak (K358p Beringen),
kratserhaak:
krɛtsǝrhǭk (Q039p Hoensbroek),
mes bet scherpe punt:
mɛs bę sxɛrǝpǝ pynt (P108p Grazen),
met de hand:
met de hand (K318p Berverlo, ...
L366p Gruitrode,
Q011a Kotem),
nagelhaak:
nugǝlhōk (P176p Sint-Truiden),
nē̜gǝlhǭk (L270p Tegelen),
schelhaak:
šɛlhǭk (Q203p Gulpen, ...
Q113p Heerlen),
schrabberhaak:
šrabǝrhǭk (Q103p Berg / Terblijt),
schraphoorntje:
šrabhø̜rxǝ (Q118a Terwinselen),
slachthaken:
šlaxhø̄k (Q204a Mechelen),
spekhaak:
spɛkhǭk (Q071p Diepenbeek),
tang:
taŋ (P117p Nieuwerkerken),
tenenhaak:
tinǝnhok (P057p Kuringen),
tinǝnhōk (P057p Kuringen),
tī.nhǭk (L290p Panningen),
tenentrekker:
tenentrekker (L420p Rotem),
tēntrɛkǝr (L331p Swalmen),
tīnǝntrękǝr (L413p Helchteren),
trekhaak:
trękhowǝk (L312p Neerpelt),
trɛkhǭk (L269b Boekend, ...
Q081a Heesveld-Eik),
trektang:
tręktaŋ (P211p Waasmont),
vleeshaak:
vlęjshǭk (Q156p Borgloon),
vlīǝsōk (P176p Sint-Truiden),
vlɛsgǫjk (Q180p Mal)
|
Meestal wordt hiervoor de haak gebruikt die aan de bovenkant van de krabber zit. Men gebruikt er ook wel een stuk gereedschap voor dat hiervoor bruikbaar en voorhanden is zoals de S-vormige spekhaak, trektang, mes met scherpe punt, of men rukt de nagels met de hand af. Bij de opgaven ''haak van de schel'', ''haak van de krabber'' e.d. is van de schel, van de krabber niet fonetisch gedocumenteerd. Voor de opgaven voor ''schel'', ''krabber'' e.d. zie men het lemma ''krabber''. [N 29, 36; monogr.]
II-1
|