34330 |
hoog varken |
ene op hoge poten:
ēnǝ op huǝx pyǝt (L381p Echt),
hasbeier:
hasbęi̯ǝr (Q101p Valkenburg
[(uit Haspengouw- in het Frans Hesbaye)]
),
hoge poten:
(zo'n varken heeft) huǝx pȳt (L267p Maasbree),
hoog gepoot:
(zo'n varken is) huǝx jǝpuǝt (Q121p Kerkrade),
hoog op de benen:
(zo'n varken staat) huǝx op ǝ bęi̯n (L328p Heel),
langpotig (bijvgl. nmw.):
laŋkpuǝtex (L374p Thorn),
op hoge poten:
(zo'n varken staat) op hoǝg pøǝt (Q016p Lutterade),
opgeraapte:
opgǝrāpdjǝ (L288a Ospel),
opgetrokken varken:
opxǝtrokǝ vɛrkǝ (L414p Houthalen),
reiger:
ręi̯gǝr (L265p Meijel),
schranker:
šraŋkǝr (Q098p Schimmert),
stelt:
štɛlt (Q112p Voerendaal),
steltser:
stɛltzǝr (L423p Stokkem),
varken op hoge poten:
vē̜ǝrkǝ op huǝx pūǝtǝ (Q112p Voerendaal)
|
Varken dat op hoge poten loopt. [N 76, 23; monogr.]
I-12
|