18355 |
houten sandaal |
badklomp:
badklompe (Q095p Maastricht),
blok:
blok (Q178p Val-Meer, ...
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
blokje:
bløkskəs (Q156p Borgloon),
bləkskəs (P218p Borlo),
blokschoen:
blokschoe’n (L353p Eksel),
claquette (fr.):
Met lederen zool. [sic] Van Dale (FN): claquette [klakt], 4. klapper (twee door scharnier verbonden plankjes die dienen om signaal te geven).
kla`ketə (Q209p Teuven),
clarisjesschoen:
NB: officiële spelling Clarissen
klarĕskəsXūn (K361a Boekt/Heikant),
klariskesschoen (K361a Boekt/Heikant),
flatser (<eng.):
vgl. Van Dale: flat (Eng.), 3. (dames)schoen met platte hak
fletsjzjərs (Q009p Mechelen-aan-de-Maas),
fleͅtsərs (K314p Kwaadmechelen),
flètsers (K314p Kwaadmechelen),
galoche (fr.):
kaloche (Q121p Kerkrade),
gezondheidssandaal:
gezondheidssandalle (K317p Leopoldsburg),
gəzoͅndheͅtsandalə (K317p Leopoldsburg),
gezondheidsschoen:
gezondheidsschjeun (Q104p Wijk),
hoog schoentje:
hèùʔə schoeŋkəs (K353p Tessenderlo),
hø͂ͅʔə sXuŋkəs (K353p Tessenderlo),
houtklos:
WNT: klos (I), 1) Blok of blokje van hout... 3), a) Klomp.
houtklosse (Q111p Klimmen),
insteker:
instekers (P176p Sint-Truiden),
instèjker (L423p Stokkem),
klepper:
kleͅpər (Q009p Mechelen-aan-de-Maas, ...
L416p Opglabbeek,
L420p Rotem),
kleͅpərs (P176p Sint-Truiden),
Van Dale (online): klepper, 3) houten sandaal.
klepper (L295p Baarlo, ...
Q019p Beek,
Q096a Borgharen,
Q086p Eigenbilzen,
Q015b Kerensheide,
K278p Lommel,
L332p Maasniel,
Q095p Maastricht,
Q099p Meerssen,
Q022p Munstergeleen,
L321p Neeritter,
L322a Nunhem,
Q036p Nuth/Aalbeek,
L216p Oirlo,
L216p Oirlo,
Q033p Oirsbeek,
Q032a Puth,
L329p Roermond,
L420p Rotem,
Q020p Sittard,
Q015p Stein,
L423p Stokkem,
L270p Tegelen,
Q101p Valkenburg,
L271p Venlo,
Q117a Waubach,
L289p Weert,
Q104p Wijk),
kleppers (Q038p Amstenrade, ...
L269p Blerick,
L269p Blerick,
L290a Egchel,
L320a Ell,
Q018p Geulle,
L330p Herten (bij Roermond),
L269a Hout-Blerick,
L269a Hout-Blerick,
Q095p Maastricht,
Q095p Maastricht,
L265p Meijel,
L265p Meijel,
Q198a Mesch,
L368p Neeroeteren,
L329p Roermond,
Q098p Schimmert,
L378p Stevensweert,
L270p Tegelen,
L270p Tegelen,
L318b Tungelroy,
L318b Tungelroy,
L271p Venlo,
L289p Weert),
kleppər (L422p Lanklaar),
klèppers (Q104p Wijk),
klɛpər (P222p Opheers),
kleppertje:
kleͅpərkəs (Q162p Tongeren),
Van Dale (online): klepper, 3) houten sandaal.
klepperke (Q097p Ulestraten),
klepperkes (L387p Posterholt),
kletser:
[sic]
klatsjerte (Q097p Ulestraten),
kletsers (Q156p Borgloon),
kletsje:
Vgl. WBD III, 1.3: kletsje (kletske): Vaalbeek [P 136a].
kleͅtskes (P048p Halen),
kloefer:
WNT: kloef, 1) Houten schoen, klomp... Afl. kloefer.
kleͅfərs (L282p Achel),
kloefertje:
WNT: kloef, 1) Houten schoen, klomp... Afl. kloefer.
kleͅfərkəs (Q002p Hasselt),
klompenschoen:
klompeschoon (L269b Boekend),
kloompesjoon (Q196p Mheer),
klòmpesjoon (L290a Egchel),
klômpeschoon (L269b Boekend),
klompje:
kleumkes (Q177p Millen),
klumpke (L430p Einighausen),
klumpkes (L321a Ittervoort),
klømkəs (L371p Ophoven),
klø̄mpkəs (P218p Borlo),
klümpkəs (Q011p Boorsem),
klompschoen:
klompsjoen (Q077p Hoeselt),
klompšyn (Q158p Riksingen),
klōmpšōn (L360p Bree),
klonkje:
klüŋkskə (P174p Velm),
klonkschoen:
klouksjoen (Q071p Diepenbeek),
klònkschoen (K357p Paal),
klòŋksXòwn (K357p Paal),
paterschoen:
paterschoen (K358p Beringen),
pātərsXun (K358p Beringen),
sandaal:
sandaal (L381p Echt/Gebroek, ...
Q039p Hoensbroek,
Q028p Jabeek,
P051p Lummen),
sandal (Q180p Mal),
sandalen (Q098p Schimmert),
sandoͅəl (P046p Linkhout),
sendaal (L270p Tegelen),
səndal (Q002p Hasselt),
səndoͅulə (Q158p Riksingen),
schandaal:
[sic]
sXandoͅəl (L286p Hamont),
slats:
slatse (P176p Sint-Truiden),
sleddertje:
[sic]
sleͅdərkəs (P050p Herk-de-Stad),
slets:
sletsən (L312p Neerpelt),
sleͅtsə (Q002p Hasselt, ...
Q012p Rekem),
slɛšə (P049p Donk (bij Herk-de-Stad)),
sletser:
sleͅtsər (P044p Zelem),
sletsje:
sletskəs (L316p Kaulille),
sleͅtskə (K361a Boekt/Heikant),
sleͅtskəs (L317p Bocholt, ...
P055p Kermt,
Q093p Rosmeer),
slètskes (K361a Boekt/Heikant),
slipper:
schlipper (Q101p Valkenburg),
schlippers (Q098p Schimmert),
sjlipper (Q096a Borgharen),
slipper (Q095a Caberg),
slippers (L290a Egchel, ...
L322p Haelen,
L266p Sevenum,
L266p Sevenum,
Q020p Sittard),
trip:
de kloosterzusters, ze kwamen uit Oorschot, droegen zulke sandalen WNT: trip (I), 1) Houten zool met een riempje over de wreef 2) Lage klomp [...] 6) (Barg.) Schoen.
trippen (L265p Meijel),
WNT: trip (I), 1) Houten zool met een riempje over de wreef 2) Lage klomp [...] 6) (Barg.) Schoen.
trepə (Q209p Teuven),
triep (Q039p Hoensbroek),
triepe (Q211p Bocholtz, ...
Q030p Schinveld),
trieppe (Q121c Bleijerheide, ...
Q111p Klimmen,
Q111p Klimmen,
Q204a Mechelen),
trip (L289p Weert),
trippe (Q035p Brunssum, ...
L326p Grathem,
Q039p Hoensbroek),
trippen (Q014p Urmond),
trīēp (Q204a Mechelen),
tripje:
WNT: trip (I), 1) Houten zool met een riempje over de wreef 2) Lage klomp [...] 6) (Barg.) Schoen.
tripkes (Q095p Maastricht, ...
L289p Weert),
trippen (mv.):
WNT: trip (I), 1) Houten zool met een riempje over de wreef 2) Lage klomp [...] 6) (Barg.) Schoen.
trippe (L265p Meijel),
tripper:
droegen de zusters ze kwamen uit Ooischot WNT: trip (I), 1) Houten zool met een riempje over de wreef 2) Lage klomp [...] 6) (Barg.) Schoen.
trippers (L265p Meijel),
WNT: trip (I), 1) Houten zool met een riempje over de wreef 2) Lage klomp [...] 6) (Barg.) Schoen.
tripper (L292p Heythuysen)
|
sandaal-achtig voetbekleedsel bestaande uit een houten zool en enkele riempjes over de voet [triep, klepper] [N 24 (1964)] || sandaalachtig voetbekleedsel, bestaande uit een houten zool en enkele riempjes over de voet, zoals de zusters Franciscanessen die dragen
III-1-3
|