id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
23071 | manier van vissen | aanslaan: Als het stopke gaat moet ge fors aanslaan. ā:nslōən (Meeswijk), koekelen: Vgl. WNT: keukelen (I), een thans niet meer bekende manier van snippen [i.e. loopvogel] vangen of jagen. koēkele (Venray), op zink: op zènk (Stokkem) | (Visterm): vissen met het aas liggend op de bodem. || Aanslaan: 6. (Van vischlijn) met een snok ophalen. || Vissen met de bedwelmende stof carbid. III-3-2 |