e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
muntig schaap brak: brak (Montfort), breg: bregǝ (Rapertingen, ... ), brex (Grathem), brigǝ (Opheers), brēex (Maasmechelen), brē̜i̯g (Bree), bręgǝ (Lanklaar), breker (mv.): brē̜kǝr (Swalmen), gust: gøst (Meijel), gø̜st (Horn, ... ), gust schaap: gø̜s sxǭp (Blerick), (mv)  gø̜stǝ šø̜̄p (Baexem), gusteling: gø̜stǝleŋ (Melick, ... ), kwee: kwęi̯ (Opheers), kween: kwei̯n (Aldeneik), kwēnj (Maaseik), kwīǝn (Kinrooi), leeg: lē̜x (Klimmen), leeg schaap: (mv)  leǝx šø̜p (Gronsveld), losse germ: lǫsǝ gø̜rm (Gelieren Bret), mans: mau̯s (Waubach), muntig schaap: møntǝx šōp (Zichen-Zussen-Bolder), mønʔex sxǫp (Kwaadmechelen), (mv)  mø̜ntǝgǝ šu̯ø̄p (Hoeselt), niet vol te krijgen (werkw. uitdr.): (zo'n schaap is) ni võ̜l tǝ krē̜i̯gǝ (Kermt), vuil schaap: (mv)  vø̜l sxǭpǝ (Halen) Schaap dat eenmaal gelamd heeft en dan onvruchtbaar blijft. [N 19, 66] I-12