e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
oostindische kers capucijner: Spelling: \"fonetiek-dialect\"= Frings  kapysi.nɛrs (kapucieners) (Eksel), hazelaar: WLD  hazelaar (Stein), honingtuitje: hoeningtuutje (Gennep, ... ), indische erwt: eigen spelling  Indīsse ert (Vlodrop, ... ), japanse hazelaar: WLD  japanse-hazelaar (Beesel), kapje: e van met, - slechts in mv. gehoord  kepkes (Rosmeer, ... ), kappeltje: keppelkes (Tungelroy, ... ), -  keppelkes (Tungelroy), kapper: [Tropaeolum majus]  kappër (Tongeren, ... ), kappertje: kaeperke (Sittard, ... ), kapertjes (Jeuk, ... ), kepperke (Echt/Gebroek, ... ), kepperkes (Lutterade, ... ), képpĕrkĕs (Rothem, ... ), (eng. caper)  kepperke (Valkenburg, ... ), -  kappertje (Maastricht, ... ), kepperkə (Berg-en-Terblijt, ... ), eigen spelling  kappertjes (Montfort, ... ), Veldeke  kepperkes (Klimmen, ... ), WBD/WLD  kepperke (Urmond, ... ), kèppərkəs (Heerlen, ... ), WLD  kepperke (Mheer), kâpperke (Schimmert), kapucijners: Spelling: "fonetiek-dialect" = Frings  kapysi.nɛrs (kapucieners) (Eksel), klimmertje: klummerke (Altweert, ... ), -  klömmerkes (Weert), ± Veldeke  klummerkes (Weert, ... ), klimmertjes: klimmərkəs (Meijel), kruipertje: kruipertjes (Oirlo, ... ), lopertje: luuëperke (Castenray, ... ), luuërperke (Blitterswijck, ... ), -  luiperkes (Kessel, ... ), luuëperke (Blitterswijck, ... ), WBD  lŭŭperke (Sevenum, ... ), WLD  leuiperkes (Posterholt), lúuperke (Sevenum), WLD = O.I. kers  luiperke (Posterholt), WLD \'= O.I. kers\'  luiperke (Posterholt, ... ), ± Veldeke  luuëperkes (Tienray, ... ), oostindische kers: O.I. kers (Schimmert), oestindische kors (Tungelroy, ... ), Oost-Indische keesh (Schimmert, ... ), oost-indischekers (Oirlo, ... ), -  oostindische kers (Tungelroy, ... ), idem  oostindische kers (Venlo, ... ), idiosyncr.  oeəst inidische kees (Thorn, ... ), oostindiese kers (Blerick, ... ), Spelling: "fonetisch  oosindiesə kers (Maastricht), Spelling: \"fonetisch\  oosindiesə kers (Maastricht), WLD  aos indiesjhè keesj (Guttecoven), Oosindiese-keers (Swalmen), Oostindische kers (Thorn), zelfde uitspraak  oostindische kers (Echt/Gebroek, ... ), pastoorkapje: -  poəstərchepkəs (Diepenbeek), pastoorkapjes: -  poəstərkepkəs (Diepenbeek, ... ), paterkapjes: paoətər kèpkəs (Diepenbeek, ... ), -  poətərkepkəs (Diepenbeek, ... ), ook wel kapucijnbloem  paterkepkes (Hasselt, ... ), paterkopjes: paterkopjes (Zonhoven, ... ), etym. (e.d.), zie boek N.B. In andere dialecten bet. dit: monnikskap, Aconitum Napellus L. (W.N.T. paterskap2, C.V. en Paque, 287)  paoëterköpkes (Zonhoven, ... ), paterskapje: © oostindische kers?  poaterskèpke (Hasselt, ... ), stinkertjes: idiosyncr.  stenkerkus (Blerick, ... ) [DC 60A (1985)] [N 73 (1975)] [N 92 (1982)] [N 92 (1982)]capucijntje (bloem) || kapucijnbloem || oost-indische kers || Oostindische kers || oostindische kers [N 92 (1982)] || oostindische kers (Tropaeolum majus L.) [DC 60a (1985)] || Oostindische kers (tropaeolum majus nana). De bladeren zijn roodachtig met 5 zeer stompe hoeken, ze zijn iets grijsgroen. De kelk is geel. De kroonbladeren zijn oranje tot lichtgeel, aan hun voet met franje. De onrijpe vruchten worden in azijn ingemaakt, [N 92 (1982)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende klimplanten: tropaeolum peregrinum (kanariekers) [N 73 (1975)] || Welke dialectbenamingen hebt u voor verschillende snijbloemen: tropaeolum majus nana (O.I. kers) [N 73 (1975)] I-7, III-2-1