33075 |
rij hokken in het veld |
gang:
gaŋk (Q009p Maasmechelen),
gelid:
gǝlēt (Q020p Sittard),
jaan/gaan:
gø̜̄n (L295p Baarlo, ...
L268p Velden),
gǭn (L215p Blitterswijck, ...
L247p Broekhuizen,
L214a Geysteren,
L211p Leunen,
L217p Meerlo,
L209p Merselo,
L266p Sevenum,
L246a Swolgen,
L245b Tienray,
L214p Wanssum),
jān (Q008p Vucht),
jǭn (Q009p Maasmechelen, ...
Q013p Uikhoven),
krans:
krans (Q032a Puth),
rij:
rāi̯ (Q156p Borgloon, ...
Q176a Ketsingen,
K357p Paal,
Q162p Tongeren),
rā̯ (L324p Baexem, ...
L429a Berg,
L317p Bocholt,
L289h Boshoven,
L331b Boukoul,
L426p Buchten,
L320a Ell,
L371a Geistingen,
L326p Grathem,
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L366p Gruitrode,
Q203p Gulpen,
L429p Guttecoven,
L322p Haelen,
L320c Haler,
Q112a Heerlerheide,
L426z Holtum,
L325p Horn,
Q100p Houthem,
L289a Hushoven,
L321a Ittervoort,
L370p Kessenich,
Q111p Klimmen,
L289b Leuken,
L434p Limbricht,
L332p Maasniel,
L383p Melick,
L159a Middelaar,
L163a Milsbeek,
L382p Montfort,
Q022p Munstergeleen,
L288p Nederweert,
L294p Neer,
L321p Neeritter,
Q197p Noorbeek,
L322a Nunhem,
L427p Obbicht,
Q033p Oirsbeek,
Q198b Oost-Maarland,
L416p Opglabbeek,
L163p Ottersum,
L381b Peij,
L387p Posterholt,
L299p Reuver,
L329p Roermond,
Q099q Rothem,
Q098p Schimmert,
L331p Swalmen,
Q197a Terlinden,
L318b Tungelroy,
Q097p Ulestraten,
Q014p Urmond,
Q101p Valkenburg,
L268p Velden,
L386p Vlodrop,
Q117a Waubach),
rēi̯ (L164p Gennep, ...
Q113p Heerlen,
L290p Panningen),
rē̜ (K358p Beringen, ...
P175p Gingelom,
P048p Halen,
Q002p Hasselt,
Q002b Kiewit,
K314p Kwaadmechelen,
P176a Melveren,
P176p Sint-Truiden,
Q078p Wellen),
ręi̯ (L282p Achel, ...
K318p Berverlo,
Q072p Beverst,
Q121c Bleijerheide,
Q211p Bocholtz,
L360p Bree,
L247p Broekhuizen,
Q071p Diepenbeek,
Q004p Gelieren Bret,
Q193p Gronsveld,
L286p Hamont,
L413p Helchteren,
L291p Helden,
K316p Heppen,
P188p Hoepertingen,
Q077p Hoeselt,
L414p Houthalen,
L369p Kinrooi,
K359p Koersel,
L422p Lanklaar,
L355a Linde,
L372p Maaseik,
Q009p Maasmechelen,
Q204a Mechelen,
L265p Meijel,
L312p Neerpelt,
P213p Niel-Bij-Sint-Truiden,
P222p Opheers,
L288a Ospel,
L314p Overpelt,
L355p Peer,
L420p Rotem,
Q096d Smeermaas,
L423p Stokkem,
L270p Tegelen,
Q178p Val-Meer,
L214p Wanssum,
L289p Weert),
soud:
zǫu̯t (P107a Rummen),
streep:
strø̄p (Q203p Gulpen),
tijl:
til (L269p Blerick),
tɛ̄l (K278p Lommel),
veld:
veld (Q101p Valkenburg)
|
De rij hokken die in het veld staat. Vergelijk de lemma''s ''graanzwad, rij gemaaide halmen'' (4.2.10) en ''rij schoven in het veld'' (4.6.12). In N 14, 130 is gevraagd aan te geven wat men gewoonlijk onder een "vim" verstaat, als het gaat om een bepaalde vaste hoeveelheid schoven; aanvullende informatie is ook verkregen uit A 25, 2 en 3 en uit Gwn 7, 6. Doorgaans verstaat men onder vim (als variant wordt vaak ''v[m'' opgegeven) een hoeveelheid van 120 schoven: 10 "hopen" van 12 schoven elk. Dat is het geval in L 214, 215, 244c, 245, 247, 248, 265, 267, 268, 269a, 270, 271, 290, 291, 292, 293, 294, 295, 296, 298, 300, 318b, 322, 325, 331 en 331b. In L 268 en 270 wordt ook opgegeven dat het soms om 12 hopen, dus om 144 schoven gaat. Een vim omvat 100 schoven in L 159a, 163, 163a, 164, 165, 210, 211, 250, 268, 282, 294, 326, 381a en in Q 113; terwijl in L 331 wordt opgegeven dat een vim daar ook 200 schoven telt. In L 425, 427 en 429 en in Q 97, 100 en 101 wordt opgegeven dat een vim hetzelfde aantal schoven als een hoop omvat: wisselend naar gelang het gewas en de kwaliteit ervan, kunnen dat 8, 10, 12 of 15 schoven zijn. Afwijkend van de bovenstaande opgaven zijn nog die van Q 117a (30 schoven) en van Q 193 (4 schoven). [N 15, 34]
I-4
|