33257 |
rode klaver |
boerenklee:
būrǝ[klee] (Q102p Amby),
maasklaver:
mās[klaver] (L214p Wanssum),
rode klaver:
rui̯ǝ [klaver] (K358p Beringen, ...
K318p Berverlo,
K316p Heppen,
K359p Koersel,
L422p Lanklaar,
L314p Overpelt,
P176p Sint-Truiden,
Q096d Smeermaas,
Q094b Wolder / Oud-Vroenhoven / Wiler),
ruǝ [klaver] (L215p Blitterswijck, ...
K314p Kwaadmechelen),
ruǝi̯ [klaver] (L373p Roosteren),
rø̄i̯ǝ [klaver] (Q071p Diepenbeek),
rōi̯ǝ [klaver] (L413p Helchteren, ...
L414p Houthalen,
L211p Leunen,
K278p Lommel,
L209p Merselo,
L312p Neerpelt,
P222p Opheers,
L355p Peer,
L266p Sevenum,
Q078p Wellen),
rūi̯ [klaver] (L265p Meijel),
rūi̯ǝ [klaver] (Q002b Kiewit),
rūǝi̯ǝ [klaver] (L282p Achel, ...
L244c America,
L286p Hamont,
Q002p Hasselt),
rode klee:
rui̯ǝ [klee] (L295p Baarlo, ...
L324p Baexem,
L269p Blerick,
Q197p Noorbeek,
L288a Ospel,
L423p Stokkem,
L270p Tegelen,
Q197a Terlinden,
L318b Tungelroy,
L268p Velden),
ruǝ [klee] (Q211p Bocholtz, ...
L291p Helden,
L370p Kessenich,
Q204a Mechelen),
ruǝi̯ǝ [klee] (L371a Geistingen, ...
L320c Haler,
L321p Neeritter,
Q014p Urmond,
L271p Venlo),
rā [klee] (L387p Posterholt),
rōi̯ǝ [klee] (L326p Grathem, ...
L425p Grevenbicht / Papenhoven,
L322p Haelen,
Q077p Hoeselt,
L289a Hushoven,
L289b Leuken,
L377p Maasbracht,
L332p Maasniel,
L382p Montfort,
L329p Roermond,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
Q020p Sittard,
L331p Swalmen,
L374p Thorn,
Q097p Ulestraten,
L289p Weert),
rūi̯ [klee] (Q013p Uikhoven),
rű̄i̯ǝ [klee] (L360p Bree, ...
L366p Gruitrode,
L416p Opglabbeek),
rǭi̯ǝ [klee] (L429a Berg, ...
L325p Horn),
rode kop:
roi̯ǝ kǫp (Q178p Val-Meer),
tamme klaver:
tame [klaver] (Q004p Gelieren Bret, ...
P188p Hoepertingen,
P219p Jeuk,
P193p Mettekoven,
P222p Opheers),
tomǝ [klaver] (Q159p Broekom, ...
P107a Rummen),
tāmǝ [klaver] (Q002p Hasselt),
tǭǝmǝ [klaver] (P224p Boekhout, ...
Q156p Borgloon,
Q077p Hoeselt,
P176a Melveren),
tamme klee:
tam [klee] (L370p Kessenich),
tamǝ [klee] (L317p Bocholt, ...
L431p Dieteren,
L429p Guttecoven,
L426z Holtum,
Q009p Maasmechelen,
L294p Neer,
L432p Susteren,
Q162p Tongeren,
Q097p Ulestraten),
tām [klee] (Q203p Gulpen, ...
Q113p Heerlen,
Q204a Mechelen,
L322a Nunhem,
Q033p Oirsbeek,
Q112b Ubachsberg,
Q201p Wijlre),
tāmǝ [klee] (L330p Herten, ...
L369p Kinrooi,
L372p Maaseik,
L427p Obbicht,
L416p Opglabbeek,
L331p Swalmen),
tǭmǝ [klee] (Q072p Beverst, ...
Q177p Millen,
Q198b Oost-Maarland,
L387p Posterholt,
Q168a Rijkhoven,
Q154p Sint-Huibrechts-Hern,
Q162p Tongeren,
Q014p Urmond,
Q171p Vlijtingen,
Q179p Zichen-Zussen-Bolder),
veldklaver:
vɛlt[klaver] (K358p Beringen, ...
K357p Paal),
weiklaver:
wɛi̯[klaver] (L244c America),
weiklee:
węi̯[klee] (L425p Grevenbicht / Papenhoven, ...
L322p Haelen,
L291p Helden,
L270p Tegelen)
|
Trifolium pratense L. Een 15 tot 50 cm hoge plant met paarsrode of roze bloemhoofdjes, die van juni tot de herfst bloeien. Rode klaver wordt vooral als veevoeder geteeld. Rode klaver gedijt, overigens evenals witte klaver, het best "onder dekvrucht", d.w.z. dat het tegelijk met een winterkoren wordt gezaaid en dan pas opkomt wanneer die dekvrucht in de herfst is geoogst. In het volgende seizoen wordt de klaver dan geweid of enkele malen gemaaid. Rode klaver is wat "kieskeuriger" dan witte klaver, stelt hogere eisen aan de grond, maar schiet goed recht op en laat zich gemakkelijker maaien. Zie ook de toelichting bij het lemma Klaver, Algemeen. Zie het lemma Klaver, Algemeen voor de fonetische documentatie van de woord(delen) klaver(-) en klee(-). [N 14, 83; monogr.]
I-5
|