31763 |
spanregel van de spanzaag |
afstandslat:
āfštantslat (Q204a Mechelen),
boom:
buwǝm (K353p Tessenderlo),
būǝm (K317p Leopoldsburg),
brug:
brøk (Q121c Bleijerheide, ...
Q119p Eygelshoven,
Q018p Geulle),
brø̜k (L330p Herten, ...
Q111p Klimmen,
L382p Montfort,
Q098p Schimmert,
Q015p Stein,
L271p Venlo,
L289p Weert),
lat:
lat (L330p Herten),
middenbrug:
medǝbrø̜k (Q111p Klimmen),
middenste lat:
medǝstǝ lat (Q083p Bilzen),
middenste stuk:
medǝstǝ stęk (Q083p Bilzen),
middenstuk:
medǝstęk (Q083p Bilzen),
medǝštø̜k (Q020p Sittard),
schei:
šęj (L385p Sint Odilienberg),
spanbalk:
spanbalǝk (L326p Grathem),
španbalǝk (L434p Limbricht),
spanhout:
španhǫwt (L330p Herten),
spanlat:
španlat (L328p Heel, ...
L330p Herten),
zeegbrug:
zē̜x˱brø̜k (L421p Dilsen),
zegenbalk:
zē̜gǝbalǝk (Q187a Heugem)
|
De houten lat die de twee spanzaagarmen in het midden met elkaar verbindt. Achter de spanregel wordt de spanlat vastgezet die ervoor zorgt dat het zaagblad op spanning blijft. Zie ook afb. 18. [N 53, 8f; N I, 1, add.]
II-12
|