e-WLD begrippen 

 
 
Filteren...

Overzicht

Gevonden: 1

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
steekschop voor klei leemschup: liǝmsxøp (Blitterswijck  [(id)]  , ... ), lęjmšøp (Maasbracht, ... ), lęjmšø̜p (Echt, ... ), leemspade: liǝmspājǝ (Venray), pannetje: pę ̞nǝkǝ (Maastricht), pɛnkǝ (Nunhem), schepschoep: šø̜pšǭp (Echt), schoep: šup, šūp (Bilzen), šǭp (Echt), schrooischup: šrǭjšø̜p (Tegelen), schup: šø̜p (Bocholtz, ... ), šęp (Bilzen), spade: spǫj (Bilzen), spijker: spikǝr (Milsbeek), steekschup: stēksxøp (Sint-Truiden), stēkšø̜p (Elsloo, ... ), stē̜ksxøp (Loksbergen), štē̜kšø̜p (Sittard, ... ), štɛ̄xšø̜p (Spekholzerheide) Platte, vierkante schop. De steekschop was doorgaans van hout vervaardigd, waardoor de gestoken klei er niet aan bleef vastkleven, vooral wanneer het hout voortdurend nat werd gemaakt. Het schopje was voorzien van een korte steel. De schrooischup was een scherpe steekschop, met een aan de hoes aangelaste stevige ijzeren pen haaks aan de schop. Tot rond de jaren dertig, toen men begon met het mechanisch delven van klei, was de schrooischup een onmisbaar stuk gereedschap voor de kleidelver. Door middel van een stevige trap op de ijzeren pen met de steekklomp, werd de schrooischup pal langs de verticale wand in de kleilaag gedreven, teneinde het afsteken van een nieuwe kleilaag te vergemakkelijken (Tegels Dialek, pag. 118). [N 98, 35; monogr.] II-8