22683 |
tromp? |
carnavalfluit:
carnavalfluit (K317p Leopoldsburg),
feep:
feep (L269p Blerick, ...
L320a Ell,
L382p Montfort,
L216p Oirlo,
L387p Posterholt,
L329p Roermond,
Q098p Schimmert,
L374p Thorn,
Q014p Urmond,
L386p Vlodrop),
fiep (L387p Posterholt),
[Met afbeelding].
fee:p (L329p Roermond),
Een eigengemaakte feep maakte men van een korenhalm.
feep (L210p Venray),
fluitje:
flutje (Q035p Brunssum),
fløtjə (Q202p Eys),
fluittrompet:
fleuttrompet (P219p Jeuk),
merliton?:
merlitoͅn (L330p Herten (bij Roermond)),
rolfeep:
rolfeep (L269p Blerick, ...
L289p Weert),
rolfleut (Q202p Eys),
rolfluitje:
rolfluitje (L271p Venlo),
rolfluitsje (Q095p Maastricht),
toet:
tuut (Q211p Bocholtz, ...
Q116p Simpelveld),
tū.t (L424p Meeswijk),
tóet (L330p Herten (bij Roermond)),
toetertje:
toetterke (L353p Eksel),
treutje:
treutje (Q015p Stein),
trø͂ͅtjə (Q033p Oirsbeek),
trøͅtjə (L428p Born),
tromp:
tromp (Q111p Klimmen, ...
L382p Montfort,
Q015p Stein)
|
1. Soort van fluit, veelal aan het uiteinde van een opblaasbaar ballonnetje of een oprolbaar papieren feestartikel. || 2. Carnavalstoeter. || Een fluitje met een stalen veer die uitrolt als op het fluitje geblazen wordt [tromp]. [N 90 (1982)] || Fee:p*: blikken of kartonnen feesttoeter. || Toet: 1. Blaasinstrument als speelgoed. || Toeter. || Toeter: feesttoetertje.
III-3-2
|