21968 |
valdeur aan duiventil |
dreng:
dreng (Q211p Bocholtz, ...
Q211p Bocholtz,
Q193p Gronsveld,
Q121p Kerkrade,
Q116p Simpelveld,
Q116p Simpelveld,
Q101p Valkenburg),
b) Latjes ter afsluiting van een duiventil (Jaspar).
dreng (Q095p Maastricht),
kijker:
kèèker (P176p Sint-Truiden),
klep:
klep (L386p Vlodrop),
schuif:
Opm. v.d. invuller: deze benaming, al naargelang de uitvoering!
de sjuef (Q027p Doenrade),
sluitklep:
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook bijlagevellen met (eventuele) aanvullingen en diverse toelichtingen.
én sluutklep (L214p Wanssum),
spoetnik:
de spoednik (Q187p Sint-Pieter),
sjpoetnik (Q021p Geleen, ...
L429p Guttecoven,
L331p Swalmen),
spoet-nik (L266p Sevenum),
spoetnik (Q007p Eisden, ...
P219p Jeuk,
K359p Koersel,
P183p Mielen-boven-Aalst,
Q168a Rijkhoven,
Q162p Tongeren),
spŏĕtnik (L417p As),
sputnek (L265p Meijel),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: invuller heeft hierbij twee bijlagevellen bijgevoegd, t.w.
de spoetnik (Q083p Bilzen),
Algemene opmerking bij deze vragenlijst: zie ook aantekening van de invuller, op de laatste pagina!
spoetnik (L326p Grathem, ...
L320b Kelpen),
val:
val (Q077p Hoeselt),
De duif zit op de val en wilt niet ingaan.
vḁl (P213p Niel-bij-St.-Truiden),
valgaten:
val gaate (L210p Venray),
velgaate (L289p Weert),
ps. letterlijk overgenomen, zoals invuller het genoteerd heeft!
valgaat’ə (L300p Beesel),
valklep:
Algemene opmerking: deze vragenlijst is heel slecht ingevuld!
valklep (L267p Maasbree),
vallokken:
Opm. v.d. invuller: deze benaming, al naargelang de uitvoering!
de valloaker (Q027p Doenrade),
vangkist:
vangkist (L265p Meijel)
|
2. Traliedeurtje aan een duivenslag. || [1]. Ingang van een duiventil. || a) Duivenval, deurtje in een duiventil. || Gebogen draden waardoor de duiven het hok wel binnen kunnen komen maar er niet meer uit kunnen. || Hoe heet de inrichting waardoor de duiven wel het hok binnen kunnen maar niet eruit, of omgekeerd? [N 93 (1983)] || Klapdeurtje van een duiventil. || Klapspijltjes in een duiventil. || Val: 2. Duivetil. || Valdeur van duiventil, niet uitspringend.
III-3-2
|