31570 |
vuurvast vulmiddel |
asbestplaat:
as˱bɛstplāt (L330p Herten, ...
Q099q Rothem),
chamotte:
jǝmǫtǝ (L321p Neeritter),
šamǫt (L291p Helden, ...
Q121p Kerkrade,
L382p Montfort,
L163p Ottersum,
L290p Panningen,
Q121b Spekholzerheide,
L271p Venlo),
šamǫtǝ (Q113p Heerlen),
šarmǫt (L299p Reuver),
šǝmǫt (L165p Heijen, ...
L330p Herten,
L159a Middelaar,
L216a Oostrum,
L192a Siebengewald,
Q116p Simpelveld
[(samen met vuurvaste stenen)]
,
L331p Swalmen,
L213p Well),
chamottestenen:
samǫtšteŋ (Q121p Kerkrade),
ijzermastiek:
e̜jzǝrmastek (P176b Bevingen),
kachelkit:
kaxǝlket (L217p Meerlo),
klei-aarde:
klejjat (Q086p Eigenbilzen),
leem:
lem (Q086p Eigenbilzen),
le̜jm (Q111p Klimmen),
lēm (Q083p Bilzen),
vuurvaste klei:
vȳrvastǝ kle̜j (L299p Reuver)
|
In dit lemma zijn de benamingen opgenomen voor de diverse materialen waarmee de smid de voorstukken van kachels kan opvullen om ze tegen verbranden te vrijwaren. Chamotte is een mengsel van fijngemalen scherven dat vaak aan de klei wordt toegevoegd om deze beter geschikt te maken voor hoge temperaturen. Zie voor het woordtype chamottestenen ook het lemma ɛvuurvaste stenenɛ in WLD ii.8, pag. 70. Asbest is een vezelachtige, onbrandbare stof die in de vorm van platen ook als warmte-isolatie wordt gebruikt.' [N 33, 314]
II-11
|