26370 |
water omleiden |
(water) afleiden:
ǭflɛjdǝ (P195p Gutschoven),
(water) wegleiden:
wɛxlɛjdǝ (P120p Alken, ...
P184p Groot-Gelmen,
P195p Gutschoven,
Q164p Heks,
P177a Ordingen,
P119p Sint-Lambrechts-Herk,
P176p Sint-Truiden),
het water omzetten:
t wātǝr omzętǝ (L372p Maaseik),
weteren:
wē.tǝrǝ (L372p Maaseik),
wīǝ.tǝrǝ (L417p As, ...
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L361p Tongerlo),
wetering:
wīǝ.tǝreŋ (L417p As, ...
L368p Neeroeteren,
L416p Opglabbeek,
L362p Opitter,
L415p Opoeteren,
L361p Tongerlo),
weteringsbedden:
wīǝ.tǝreŋs˱będǝ (L362p Opitter)
|
De loop van het water vōōr de sluizen met behulp van een afwateringsbeek omleiden, bijvoorbeeld om reparaties aan het sluiswerk uit te voeren of om de nabijgelegen weiden en grond te bevloeien. Meestal heeft men daartoe een zgn. noodsluis, maar in enkele gevallen moet in een dergelijk geval een speciale dam worden opgeworpen. [Jan 98; Grof 39]
II-3
|