32809 |
weiland bewerken met de kettingeg |
[eggen]:
[eggen] (Q072p Beverst, ...
Q191p Cadier,
L246p Horst,
L265b Kronenberg,
L209p Merselo,
L418p Niel-bij-As),
af[eggen]:
ǭ.f˱[eggen] (Q003p Genk),
heksen:
hęksǝ (P214p Montenaken),
hɛksǝ (P224p Boekhout, ...
P182p Buvingen,
P227p Vorsen),
kettel[eggen]:
kętǝl[eggen] (Q071p Diepenbeek, ...
Q193p Gronsveld,
Q081a Heesveld-Eik,
Q194p Rijckholt),
kettelen:
kętǝlǝ (Q002a Godschei),
ketting[eggen]:
kęteŋ[eggen] (P045p Meldert),
met de kettingeg derdoor trekken:
met ˲dǝ kęteŋęx ˲dǝrdø̜r trękǝ (L163p Ottersum),
moerpshopen slepen:
mūrǝpshɛi̯.p slɛi̯.pǝ (Q005p Zutendaal),
slepen:
[slepen] (L192b Aijen, ...
L417p As,
L292p Heythuysen,
L246p Horst,
L414p Houthalen,
L248p Lottum,
L115p Mook,
Q082p Munsterbilzen,
L418p Niel-bij-As,
L416p Opglabbeek,
L192a Siebengewald),
vaneen[eggen]:
vanīǝn[eggen] (Q001p Zonhoven)
|
De onderstaande termen veronderstellen "de wei" als object. Sommige ervan kunnen wel-licht ook absoluut gebruikt worden; zij bete-kenen dan "werken met de kettingeg" zonder meer, wat men niet alleen in de wei, maar ook op het veld kan doen. Voor ''eggen'' + ''eggen'' en ''slepen'' zie men de desbetreffende lemmata. [JG 1a; N 11A, 172f; div.]
I-2
|