18075 |
zwaar verkouden |
doreweg verkoud:
doreweg verkaad (L354p Wijchmaal),
duchtig verkoud:
duchtig verkoatj (L378p Stevensweert),
ix bɛn døxtix vərkaut (L372p Maaseik),
erg verkoud:
ich ben erg verkaud (L424p Meeswijk),
erg verkouden:
ich bin errəg vərkouwə (Q103p Berg-en-Terblijt),
fel verkoud:
fel verkaad (P119p Sint-Lambrechts-Herk),
feͅ.l vərkāt (Q003p Genk),
ich ben feel verkaat (P177p Zepperen),
Zware verkoudheid.
ix baen fael vərkat (Q083p Bilzen),
fel verkouden:
fel verkouden zijn (Q078p Wellen),
ferm verkouden:
fɛrəm} verkouden zijn (Q078p Wellen),
flink verkoud:
flink verkaojt (L376p Linne),
goed verkoud:
ix bɛn gu.t vərkaut (L372p Maaseik),
rot verkoud:
ich bēn rot vərkad (L291p Helden/Everlo),
ich bên rot verkoajt (L324p Baexem),
rot verkaat (L300p Beesel),
snotsverkoud:
snootsverkajd (Q095p Maastricht),
snotterverkoud:
i.e. neus verkouden.
sjnoter verkad (L386p Vlodrop),
snotverkoud:
snôôtverkeld (L246p Horst),
stevig verkoud:
ich been stevig verkaaid (Q095p Maastricht),
stijf verkoud:
ich ben sjtīēf verkaojt (L327p Beegden),
ich bön stief verkad (L386p Vlodrop),
ich bön stīf verkoadj (L381b Pey),
sjtīēf verkaat (L300p Beesel),
stief verkalt (L269a Hout-Blerick),
stiëf v`rkaod (L295p Baarlo),
Tegenw. ik bin verkald.
ik bin (stīēf) vərkaat (L269a Hout-Blerick),
zona verkoud:
Zware verkoudheid.
ix baen zu`na. vərkat (Q083p Bilzen),
zwaar verkoud:
ich bin zwour verkouid (Q112b Ubachsberg),
ich bün zwaor verkaat (L270p Tegelen),
zwaar verkelt (L266p Sevenum),
zwaor verkald (L269p Blerick),
zwaor verkaodj (L292p Heythuysen),
zwaor verkōdj (L288p Nederweert),
zwo.r vərkaut (L416p Opglabbeek),
zwoar verkoatj (L378p Stevensweert),
zwour verkalt (L269a Hout-Blerick),
zwour verkoutj (L288a Ospel),
Zware verkoudheid.
ix baen zwour vərkat (Q083p Bilzen)
|
Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid? [Lk 05 (1955)] || Griep. Hoe noemt men tegenwoordig een zware verkoudheid met koorts? [DC 30 (1958)] || Verkouden: verkouden zijn; ontsteking van neusslijmvlies, met neusverstopping en slijmafscheiding (verkoud, verkouden, verkeld, versnoft). [N 84 (1981)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] || Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)]
III-1-2
|